De 26-jarige man die op 6 oktober vorig jaar een Eindhovenaar tweemaal in het lichaam stak met een aardappelschilmesje, kan volgens de rechtbank Oost-Brabant niet verantwoordelijk worden gehouden voor zijn daad. De rechtbank legt de man terbeschikkingstelling (tbs) met dwangverpleging op.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Het slachtoffer liep op 6 oktober 2017 rond 13.30 uur met zijn vriendin op de Rechtestraat in Eindhoven. Voor hem liep de 26-jarige verdachte die voortdurend in plassen op de straat trapte. Hij spetterde het slachtoffer en diverse voorbijgangers expres nat. Toen het slachtoffer hem vroeg daarmee op te houden, werd de verdachte boos en begon hij te schreeuwen. Toen het slachtoffer vervolgens naar het restaurant liep waar hij werkte, volgde de verdachte hem en zocht hij de confrontatie. Tijdens de confrontatie werd het slachtoffer twee keer met een aardappelschilmesje gestoken, één keer in de nek en één keer net onder de oksel.
Volgens de verdediging heeft de man een ernstige geestelijke stoornis en geen enkel inzicht in de gevolgen van zijn handelen. Daarom zou er geen sprake zijn van opzet. De rechtbank oordeelt echter dat er ondanks die stoornis toch sprake is geweest van opzet. In dit geval handelde de verdachte doelbewust. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat hij zelf de confrontatie zocht en op dreigende toon naar het slachtoffer riep. De verdachte heeft zelf ook bij de politie aangegeven dat hij boos werd. De rechtbank is van oordeel dat de verdachte weliswaar handelde in de context van zijn stoornis en werd gestuurd door een psychose, maar dat niet kan worden gezegd dat hij geen enkel inzicht had in de gevolgen van zijn handelen. De rechtbank acht de tenlastegelegde poging doodslag dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Niet strafbaar
De verdachte is daarvoor echter niet strafbaar omdat hij als volledig ontoerekeningsvatbaar moet worden beschouwd. Uit onderzoek van een psychiater en een psycholoog blijkt onder meer dat de man lijdt aan een psychotische stoornis met sterke aanwijzingen voor schizofrenie. Daarnaast is hij verslaafd aan diverse soorten drugs en aan alcohol. De psycholoog meldt dat op het moment van het tenlastegelegde de psychose ervoor zorgde dat het contact met de realiteit volledig werd verbroken. Daardoor ervoer de man de gebeurtenissen als overweldigend en dreigend. Hij geloofde via stemmen in zijn hoofd dat hij opzettelijk in de val werd gelokt en dat hem wat werd aangedaan. En omdat hij drugs gebruikt, werd zijn belevingswereld nog verwarder en heeft hij sterk verminderde remmingen.
De man heeft zonder redelijke aanleiding, op de openbare weg, fors geweld gebruikt tegen het slachtoffer. Hij heeft het slachtoffer 2 keer met een mes gestoken en heeft zich niet bekommerd om de gevolgen. Een dergelijk delict leidt tot toename van gevoelens van angst en onveiligheid onder burgers. Slachtoffers hebben van dit soort ernstige feiten vaak nog jarenlang last. Dat het slachtoffer uiteindelijk lichte verwondingen overhield aan de confrontatie, doet daaraan niet af. De verdachte werd bovendien al eerder veroordeeld voor geweldsfeiten. En dit feit pleegde hij bovendien in de proeftijd van een veroordeling voor een mishandeling.
De officier van justitie vroeg de rechtbank de man te veroordelen tot plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis voor een jaar. De verdediging kon daarmee instemmen. De rechtbank oordeelt echter dat een jaar in een psychiatrisch ziekenhuis onvoldoende beveiliging en nazorg biedt, gelet op de ernstige problemen van de verdachte. De veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen maken het opleggen van tbs met dwangverpleging noodzakelijk.