Vier (voormalig) medewerkers van Defensie en de Stichting Gedupeerden Gevaarlijke Stoffen, die de Staat aansprakelijk hebben gesteld voor schade die volgens hen ontstaan is door het werken met chroomverf en andere gevaarlijke stoffen, zijn niet-ontvankelijk in hun vorderingen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Niet-ontvankelijkheid
Sinds augustus 2013 heeft de Staat meldingen van (voormalig) medewerkers van Defensie ontvangen, waarin zij stellen ziek te zijn geworden door het werken met chroomverf en andere gevaarlijke stoffen tijdens de uitoefening van hun werkzaamheden. Vier (voormalig) medewerkers van Defensie hebben, evenals de Stichting Gedupeerden Gevaarlijke Stoffen, de Staat aansprakelijk gesteld. Ook verwijten zij de Staat dat zij hen niet heeft ingelicht over de gevaren die werken met chroomverf en andere gevaarlijke stoffen met zich brengt.
Volgens vaste rechtspraak moet een eiser door de burgerlijk rechter in zijn vorderingen
niet-ontvankelijk worden verklaard als de weg naar de bestuursrechter open staat of open heeft gestaan. De burgerlijke rechter biedt (slechts) een aanvullende rechtsbescherming.
Nu het aan de bestuursrechter is om te oordelen over de (on)rechtmatigheid van het handelen van de Staat, staat de weg naar de bestuursrechter open en kan de burgerlijke rechter de medewerkers niet ontvangen in de aan haar voorgelegde vorderingen. Dit geldt eveneens voor de Stichting. De Stichting komt op voor een groep die dusdanig diffuus en onbepaald is, dat niet kan worden vastgesteld of hetgeen door de Stichting wordt gevorderd aan de bestuursrechter of aan de burgerlijke rechter dient te worden voorgelegd.