De burgemeester van de gemeente Landerd mag enkele gebouwen en het erf op een landgoed in het dorp Zeeland niet sluiten na de vondst van een drugslaboratorium. Dit besliste de voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant vandaag. De loods waarin het lab was opgezet, mag wel 6 maanden worden gesloten.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De politie trof in november vorig jaar een drugslab aan in een loods op het landgoed in Zeeland. De burgemeester besloot daarop alle gebouwen op het terrein te sluiten, behalve een woonboerderij. Het ging hier om 2 paardenstallen, een overdekte manege, 2 loodsen en een aantal chalets. De eigenaar van het bedrijf dat de gebouwen aan andere bedrijfjes en particulieren verhuurt, maakte bezwaar tegen de beslissing van de burgemeester en verzocht daarnaast om een voorlopige voorziening te treffen. Hij wil niet dat de gebouwen en het erf worden gesloten zolang de bezwaarprocedure nog loopt.
De burgemeester liet in januari weten dat hij niet wil wachten tot na deze procedure met de sluiting. Hij wilde de gebouwen en het erf per 1 februari jl. sluiten. De voorzieningenrechter trof daarop een ordemaatregel. Die maatregel hield in dat de burgemeester niet mocht overgaan tot sluiting en hij de beslissing het verzoek om de voorlopige voorziening moest afwachten.
De eigenaar woont met zijn gezin in de woonboerderij op het landgoed. Hij verhuurt het deel van de loods waar het drugslab werd aangetroffen aan een particulier. De eigenaar stelt niets te hebben geweten van de aanwezigheid van het lab. De eigenaar heeft geen bezwaar tegen de sluiting van de betreffende loods. Maar hij vindt dat de burgemeester niet bevoegd was ook de andere gebouwen en het erf te sluiten. Volgens de eigenaar is namelijk geen sprake van samenhang tussen de loods en de rest van het perceel. Dat moet volgens vaste rechtspraak wel het geval zijn, anders is er geen bevoegdheid om ook de rest van het perceel op basis van de Opiumwet te sluiten. De burgemeester stelt dat er wel degelijk sprake is van samenhang en dat hij zowel de loods als alle andere gebouwen en het erf mag sluiten.
Oordeel
De voorzieningenrechter oordeelt dat de burgemeester niet goed heeft gemotiveerd waaruit de samenhang tussen de loods waar het drugslab werd aangetroffen en de andere gebouwen volgens hem bestaat. De loods staat op het achterste deel van het terrein. De andere loods ligt er vlak naast, maar de chalets staan op een afgesloten deel en op zo’n 70 meter afstand. Dit deel kan worden bereikt via een aparte toegangsweg die met een poort kan worden afgesloten. De manege en stallen staan allemaal rondom de woonboerderij op zo’n 150 tot 220 meter afstand van de loods. Bovendien werd de loods door een ander persoon gebruikt en hadden de andere gebouwen stuk voor stuk een andere functie dan de loods. De burgemeester heeft ook nog, maar pas in het verweerschrift en niet al in het besluit, gezegd dat hij de sluiting wil baseren op de Gemeentewet. De voorzieningenrechter vindt dat de burgemeester die grondslag niet heeft onderbouwd. De rechter oordeelt op basis hiervan dat de alleen de loods waarin het drugslab is gevonden, tijdens de bezwaarprocedure mag worden gesloten. Daarbij weegt het belang van de eigenaar zwaarder dan dat van de burgemeester. De eigenaar heeft namelijk gesteld dat voor hem grote problemen ontstaan op het moment dat de particulieren niet meer bij hun paarden in de stallen en caravans in de andere loods kunnen, en wanneer de chalets niet meer toegankelijk zijn. Dat heeft de burgemeester niet weersproken.