De bestuurders en toezichthouders van ROC Leiden kan geen ernstig verwijt gemaakt worden rondom de bouw van twee panden in Leiden. Dat heeft de rechtbank Midden-Nederland vandaag beslist in een civiele procedure die werd aangespannen door ROC Leiden.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Financiƫle problemen
ROC Leiden wilde een gedeelte van de twee gebouwen gebruiken voor eigen onderwijs. Een ander gedeelte wilde zij gaan verhuren, met name aan leerwerkbedrijven. De panden zijn omstreeks 2012 in gebruik genomen. Eind 2011 is ROC Leiden in financiƫle moeilijkheden geraakt. Door leningen van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van in totaal 40 miljoen euro kon de onderwijsinstelling overeind blijven. De leningen zijn inmiddels omgezet in een subsidie. Daardoor is ROC Leiden nu weer financieel gezond.
Onderzoek
In opdracht van de minister heeft de Commissie Meurs in 2015 onderzoek gedaan naar de gang van zaken en de rol van bestuurders en toezichthouders. Die concludeerde dat er aanleiding was om te onderzoeken of de bestuurders aansprakelijk zijn voor onbehoorlijk bestuur. Volgens de commissie was er geen aanleiding voor onderzoek naar aansprakelijkheid van de toezichthouders. Hierna heeft ROC Leiden zowel de voormalige bestuurders als een aantal toezichthouders voor de rechter gedaagd.
Aansprakelijkheid
Voor aansprakelijkheid van bestuurders en toezichthouders is vereist dat zij ernstig verwijtbaar hebben gehandeld. De beoordeling daarvan hangt af van alle omstandigheden van het geval. Volgens de rechtbank kan aan de bestuurders en toezichthouders geen ernstig verwijt worden gemaakt. Van belang daarbij is dat het bouwproject paste in de geest van die tijd, waarbij mbo-instellingen werden gestimuleerd tot concurrentie en tot het ontwikkelen van leerwerkparken. ROC Leiden heeft haar verwijten onvoldoende hard gemaakt. De rechtbank heeft ook haar verbazing uitgesproken over het feit dat ROC Leiden de toezichthouders heeft gedagvaard, ondanks de conclusie van de Commissie Meurs over hun rol.