Sonja Holleeder – getuige in het proces tegen Willem Holleeder – en het Openbaar Ministerie hoeven geen verdere openheid van zaken te geven over de transactie en de strafbeschikking die zij in 2011 en 2016 overeen zijn gekomen. Dat heeft de rechtbank vandaag beslist. Daarmee wordt een verzoek van de verdediging van Willem Holleeder afgewezen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Transactie en strafbeschikking
In het onderzoek naar de erfenis van haar man Cor van Hout sloot het OM in 2011 met Sonja Holleeder een transactie. Die kwam er – kort gezegd – op neer dat zij niet langer zou worden vervolgd als zij een bedrag van 1,1 miljoen euro betaalde. In 2016 volgde ook nog een strafbeschikking, waarbij Sonja Holleeder een boete kreeg opgelegd en haar wederrechtelijk voordeel werd ontnomen.
Betrouwbare getuige
De verdediging van Willem Holleeder vroeg via de rechtbank inzage in de twee overeenkomsten. Volgens hen was dit noodzakelijk om na te kunnen gaan of Sonja Holleeder wel de waarheid spreekt. In het bijzonder wilden zij weten of er afspraken zijn gemaakt over de inhoud van de verklaringen die zij in de zaak tegen haar broer zou gaan afleggen.
Verzoek afgewezen
De rechtbank wijst het verzoek van de verdediging af. Sonja Holleeder is een jaar na de transactie uit 2011 belastende verklaringen over haar broer gaan afleggen. Tussen de transactie en de belastende verklaringen is geen verband gebleken. Datzelfde geldt voor de strafbeschikking uit 2016. Sonja Holleeder had haar belastende verklaringen op dat moment bovendien al afgelegd.
Informatie is niet relevant voor getuigenis
Volgens de rechtbank is niet gebleken dat verdere informatie over die transactie en strafbeschikking relevant is in de huidige strafzaak tegen Willem Holleeder. Sonja Holleeder hoeft – net als de meeste getuigen in een strafzaak – alleen openheid van zaken te geven als dat relevant is voor de beoordeling van de strafzaak tegen haar broer.