Een 31-jarige man uit Veen is door de rechtbank Oost-Brabant veroordeeld tot de maximale taakstraf van 240 uur en een voorwaardelijke rijontzegging van 1 jaar. Hij had er schuld aan dat 2 wielen van zijn vrachtwagencombinatie losraakten, waardoor een dodelijk ongeval ontstond.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De verdachte reed op 12 mei 2016 met een zwaarbeladen trekker-opleggercombinatie over de A2 en verloor ter hoogte van ’s-Hertogenbosch 2 wielen van de oplegger. Eén van die wielen rolde van een viaduct en kwam terecht op een weg die onder de snelweg kruist. Daar viel het wiel op de auto van een vrouw. Haar auto raakte daardoor onbestuurbaar en botste tegen een betonnen pilaar van het viaduct. Door deze tragische samenloop van omstandigheden kwam de vrouw te overlijden.
Geen zorgvuldige controle
Het is aan de rechtbank te bepalen of de verdachte in juridische zin schuld heeft aan het verkeersongeval. Volgens de verdachte deed hij die ochtend vóór zijn vertrek een visuele controle aan zijn vrachtwagen. Hij zou daarbij de banden en de wielmoeren hebben bekeken en niets bijzonders hebben gezien. Uit onderzoek blijkt echter dat op de velg van één van de losgeraakte wielen roestsporen zichtbaar waren ter hoogte van verschillende wielmoeren. Deze roestsporen zijn een indicatie voor loslopende wielmoeren, wat de verdachte wist. De rechtbank acht het uitgesloten dat deze sporen pas zijn ontstaan na het vertrek van de verdachte op de bewuste ochtend. De sporen moeten toen al aanwezig en zichtbaar zijn geweest. De rechtbank merkt daarbij op dat alle velgen recent waren voorzien van een nieuwe laklaag. De rechtbank stelt daarnaast vast dat vrachtwagenchauffeurs bij hun opleiding van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) leren dat zij dagelijks hun wielmoeren moeten controleren. Het had de verdachte bij een voldoende zorgvuldige controle dus moeten opvallen dat op de betreffende velg roestsporen zaten. Volgens de rechtbank betekent dit dat er 2 mogelijkheden zijn, die beide tot dezelfde slotsom leiden: de verdachte heeft de roestsporen niet opgemerkt en is om die reden onzorgvuldig geweest óf hij heeft de roestsporen wel gezien maar er vervolgens niets mee gedaan, wat ook onzorgvuldig is. Hiermee staat voor de rechtbank vast dat de verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig heeft gehandeld en dat het ongeval aan zijn schuld te wijten is. De rechtbank merkt hierbij nog op dat de verdachte een vrachtwagenrijbewijs had, maar niet voor de vrachtwagencombinatie waar de verdachte die dag mee reed. Voor de schuldvraag bij het veroorzaken van het ongeval speelt dit gegeven echter geen rol, omdat bij beide rijbewijzen dezelfde eisen worden gesteld aan het controleren van de wielmoeren. De man krijgt voor deze verkeersovertreding wel een geldboete van 250 euro.
Onherstelbaar leed
De verdachte heeft door het veroorzaken van het dodelijke ongeval een niet op te vullen leegte achtergelaten voor de (klein)kinderen en de man van het slachtoffer. Uit de slachtofferverklaringen van de zoon en dochter van de vrouw blijkt ook dat de nabestaanden nog dagelijks de gevolgen ondervinden en hun echtgenote, moeder en oma enorm missen. Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de straffen die in andere zaken zijn opgelegd voor het veroorzaken van een dodelijk verkeersongeval door aanmerkelijk onvoorzichtig handelen. Daarbij realiseert de rechtbank zich dat een strafoplegging het leed niet ongedaan zal kunnen maken.
Naast de maximale taakstraf die de verdachte moet verrichten, legt de rechtbank de rijontzegging voorwaardelijk op. De rechtbank legt deze straf op om te bereiken dat de verdachte in de toekomst bijzonder voorzichtig zal zijn in het verkeer.