De Raad voor de rechtspraak wil dat de term ‘roekeloosheid’ uit de Wegenverkeerswet wordt geschrapt. Dat staat in het vandaag verschenen wetgevingsadvies (pdf, 319 KB) van de Raad over het concept wetsvoorstel (internetconsultatie.nl) van minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) waarmee de minister zwaardere straffen voor verkeersdelicten bepleit. In zijn advies vraagt de Raad aandacht voor het belang van een goede voorlichting aan slachtoffers en nabestaanden in ernstige verkeerszaken.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Juridisch gezien betekent de term roekeloosheid iets anders dan in het dagelijks taalgebruik. In de wet staat roekeloosheid voor de zwaarste vorm van schuld bij verkeersdelicten. Door de manier waarop roekeloosheid in de wet is omschreven en wordt geïnterpreteerd komt een rechter slechts in uitzonderlijke gevallen tot het oordeel dat daarvan sprake is. Het veroorzaken van een ongeval onder invloed van alcohol, daarbij ongeveer 40 kilometer te hard en door rood licht rijdend, wordt in de normale betekenis van het woord al snel als roekeloos aangemerkt. Op grond van de juridische betekenis die daaraan door de Hoge Raad wordt toegekend is dat in een strafzaak echter niet zonder meer het geval. Ook heeft dit gevolgen voor de mogelijkheden van de rechter om een passende straf te kunnen opleggen.
Einde onduidelijkheid
Gedrag dat voor iedereen als roekeloos overkomt, is dat in een rechtszaak vaak niet. Dit leidt tot veel onbegrip bij slachtoffers en in de samenleving. De Raad adviseert daarom om aan alle onduidelijkheid een einde te maken en de term ‘roekeloosheid’ uit de Wegenverkeerswet te schrappen. In zijn advies doet hij een voorstel voor een alternatieve uitwerking van het wetsvoorstel waarmee rechters beter uit de voeten kunnen.
Betere voorlichting
Vanuit de maatschappij is er een duidelijke roep om ernstige verkeersdelicten zwaarder te straffen. Het is daarom belangrijk dat de samenleving, de slachtoffers en nabestaanden voorafgaand aan de behandeling van een ernstige verkeerszaak goed worden voorgelicht, zo adviseert de Raad. Die voorlichting kan bijdragen aan meer kennis van en begrip voor de manier waarop zo’n rechtszaak wordt behandeld en hoe de rechter tot zijn oordeel komt. De Raad ziet hier een belangrijke rol weggelegd voor het Openbaar Ministerie.