De burgemeester van de gemeente Veldhoven had vorig jaar geen noodbevel mogen geven voor het verbieden van een meerdaagse conferentie van de stichting Nederlands Eritrees Platform. Dit bepaalde de rechtbank Oost-Brabant vandaag. De stichting en de conferentiegangers waren naar de rechtbank gestapt onder meer om een schadevergoeding te kunnen indienen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Wat ging er aan deze zaak vooraf?
De stichting organiseerde een jaarlijkse conferentie voor Young Peoples Front for Democracy and Justice Holland (YPFDJ). Die zou van 14 tot en met 16 april 2017 worden gehouden in een conferentiecentrum in Veldhoven. Een dag vóór de conferentie arriveerde bij het centrum een bus met demonstranten, zij waren door een voormalig vicepresident van Eritrea opgeroepen tegen de conferentie te demonstreren. Vanaf 16.00 uur ontstonden er schermutselingen tussen de politie en demonstranten. Rond 19.15 uur weigerden de demonstranten gevolg te geven aan een bevel van de politie te vertrekken. Er zijn daarop ongeveer 120 arrestanten aangehouden. Om 19.51 uur gaf de burgemeester een noodbevel af dat de conferentie niet mocht doorgaan.
De stichting en 135 conferentiegangers maakten vorig jaar bezwaar tegen dit noodbevel. Ook stapten ze diezelfde dag naar de rechter voor een voorlopige voorziening zodat de conferentie alsnog zou kunnen doorgaan. Dit verzoek werd afgewezen. In bezwaar handhaafde de burgemeester het noodbevel. De stichting stapte hierover opnieuw naar de rechter. En ditmaal wenden tal van individuele conferentiegangers zich ook tot de rechter. Een deel van de opgepakte demonstranten werd onlangs door de kantonrechter vrijgesproken van het niet opvolgen van bevelen van de politie.
Ondanks dat de conferentie al ruim een jaar geleden stond gepland, is er nog steeds een procesbelang. De stichting en conferentiegangers hebben namelijk schade geleden: de stichting heeft kosten gemaakt voor de organisatie, en de deelnemers hebben reiskosten moeten maken. Zij willen dit vergoed krijgen en moeten daarvoor eerst in deze procedure hun gelijk halen.
De stichting en de conferentiegangers voeren onder meer aan dat de burgemeester niet bevoegd was een noodbevel af te geven omdat er geen sprake was van ernstige wanordelijkheden of de vrees daarvoor. Daarnaast zou de burgemeester zich onvoldoende hebben ingespannen de conferentie te laten doorgaan en onvoldoende hebben geïnformeerd naar de beschikbaarheid van politie voor het geval de aangekondigde demonstranten daadwerkelijk zouden verschijnen.
Volgens de burgemeester was er de dag voor de conferentie sprake van een aanhoudend patroon van ernstige wanordelijkheden, bestond er een nadrukkelijk risico van herhaalde en toenemende verstoringen van de openbare orde en kon het conferentiecentrum niet instaan voor de veiligheid van de deelnemers aan de conferentie. Nadat de politie had aangegeven de veiligheid van de aanwezigen niet te kunnen garanderen en de politie daarnaast aan de burgemeester had verzocht gebruik te maken van zijn noodbevoegdheden, kon volgens de burgemeester niet met andere, minder verstrekkende maatregelen worden volstaan dan het verbieden van de conferentie met een noodbevel.
Oordeel bestuursrechter
De rechtbank vindt dat de burgemeester zich op het standpunt mocht stellen dat sprake was van ernstige wanordelijkheden. Dit betekent echter nog niet dat de burgemeester een noodbevel had mogen geven. De burgemeester moet namelijk – naast een advies van de politie – ook een eigen oordeel vormen over de vraag of er redelijke alternatieven zijn voor het uitvaardigen van een noodbevel. Hij vroeg de politie weliswaar of zij de veiligheid van bezoekers en demonstranten kon waarborgen, maar andere, relevante vragen heeft hij niet gesteld. De burgemeester heeft bijvoorbeeld niet gevraagd hoeveel politiemensen er beschikbaar waren en of deze aantallen zouden kunnen worden geleverd. De rechtbank vindt al met al dat de burgemeester niet kon stellen dat hem niets anders restte dan het uitvaardigen van een noodbevel. Op basis hiervan had hij niet kunnen oordelen dat sprake was van een bestuurlijke noodsituatie. Dit betekent dat de rechtbank het beroep van de stichting en conferentiegangers toewijst. Zij kunnen nu verder procederen voor een schadevergoeding.