De
rechtbank Den Haag wijst de vorderingen van Meer Democratie over het
wetsvoorstel waarmee de Wet op het raadgevend referendum wordt ingetrokken af.
De rechter kan niet ingrijpen in het aan de regering en de Staten-Generaal voorbehouden
wetgevingsproces. Dit is het eindoordeel van de rechtbank in zowel het incident
als de hoofdzaak.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Intrekkingswet
Het
wetsvoorstel voor de zogenoemde Intrekkingswet is nu in behandeling bij de
Eerste Kamer. De regering wil niet dat een referendum wordt gehouden over de
Intrekkingswet. Meer Democratie stelt dat de Intrekkingswet wel referendabel is
en wil dit met haar vorderingen laten vaststellen door de rechtbank. Verder wil Meer Democratie dat de
Intrekkingswet niet wordt bekrachtigd of gepubliceerd totdat de rechtbank hierover
inhoudelijk heeft geoordeeld.
Niet ingrijpen
De vorderingen
gaan de taak en bevoegdheid van de rechter te buiten. Het is aan de regering en
de Staten-Generaal om af te wegen of, wanneer en in welke vorm het raadgevend
referendum wordt ingetrokken. Dit proces van politieke besluitvorming en
afweging van alle betrokken belangen is nu nog gaande. De rechter mag niet
ingrijpen in dit proces door nu al een oordeel te vellen over de
Intrekkingswet.
Politieke besluitvorming
Alleen
als een wetsvoorstel eenmaal van kracht is, heeft de rechter – steeds in een
concreet geval – de taak om de wet uit te leggen en vast te stellen wat op
grond van de wet geldt. Verder moet de rechter dan de wet toetsen aan Europees
recht en een ieder verbindende verdragsbepalingen. Nu de politieke
besluitvorming over de Intrekkingswet nog niet is afgerond, heeft de rechter echter
geen taak of bevoegdheid.