Een verzoek van Van E. – een voormalige zakenrelatie van wijlen Willem Endstra – om een zogeheten voorlopig getuigenverhoor te bevelen is door het gerechtshof Amsterdam in hoger beroep afgewezen. Van E. diende dit verzoek in ter voorbereiding van een civiele zaak tegen de erfgenamen van Endstra. De rechtbank Amsterdam wees dat verzoek op 26 oktober 2017 ook al af.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Claim op erfgenamen Endstra
Van E. stelt dat hij tussen 1984 en 1999 grote bedragen in contant geld aan Willem Endstra heeft toevertrouwd en naderhand herhaaldelijk tevergeefs heeft opgeëist. Daarna is een moordaanslag op hem gepleegd. Ook wil Van E. met een voorlopig getuigenverhoor bewijs verzamelen tegen de broer van Willem Endstra omdat hij vermoedt dat deze broer betrokken is geweest bij de moordaanslag.
Geen inzicht in rechtmatige herkomst van deel kapitaal
Het hof vindt aannemelijk dat het zeer aanzienlijke kapitaal dat Van E. aan Willem Endstra stelt te hebben verschaft, in ieder geval in overwegende mate bestond uit opbrengsten uit misdrijven, met name uit xtc-handel. Niet uitgesloten is dat het kapitaal deels wel een rechtmatige herkomst heeft gehad, maar Van E. heeft het hof daarin geen inzicht verschaft.
Verzoek in strijd met openbare orde
Ook is aannemelijk dat Van E. het – contante – geld heeft ondergebracht bij Willem Endstra wegens, zoals Van E. dat zelf noemt, diens reputatie als “bankier en vermogensbeheerder van de onderwereld” en met het doel om het geld uit het zicht van politie, justitie en de belastingdienst te houden. Van E. heeft bovendien jarenlang toegelaten dat Willem Endstra de gelden op eigen naam of op naam van zijn vennootschappen heeft geïnvesteerd zonder dat deze gelden nog op enigerlei wijze aan Van E. gekoppeld konden worden. Het hof concludeert dat Van E. de betrokken gelden bij Willem Endstra heeft gestald om te voorkomen dat hij ter zake daarvan voorwerp van strafrechtelijk onderzoek zou worden en dat over die gelden belasting zou worden geheven.
Van E. heeft volgens het hof dan ook geen rechtens te respecteren belang bij zijn verzoek, dat strijdig is met de openbare orde. De Rechtspraak is immers niet bestemd voor de afwikkeling van geschillen over transacties met dergelijke criminele gelden of voor het faciliteren van criminele praktijken, waaronder ook het doelbewust vermijden van belastingheffing. Van E. maakt met zijn verzoek in zoverre misbruik van recht.
Betrokkenheid bij moordaanslag onvoldoende onderbouwd
Het hof vindt dat Van E. voor zijn vermoeden dat de broer van Endstra betrokken zou zijn geweest bij de aanslag op zijn leven ook in hoger beroep onvoldoende naar voren heeft gebracht. Ook heeft Van E. niet duidelijk gemaakt wat hij nu concreet wil bewijzen. Hoe het horen van de – zestien – opgevoerde getuigen aan bewijslevering zou kunnen bijdragen, heeft hij evenmin toegelicht.
Voorlopig getuigenverhoor
Een voorlopig getuigenverhoor is een getuigenverhoor in een civiele procedure. Een partij die wil inschatten of zij in een eventuele bodemprocedure iets kan bewijzen of wil voorkomen dat bewijs verloren gaat, kan de rechter verzoeken om getuigen te horen op een openbare zitting. Er is in deze procedure geen sprake van een eiser of gedaagde en de rechter geeft geen beslissing over de vraag wie er gelijk heeft in de bodemprocedure. (De bodemprocedure is de inhoudelijke rechtszaak, waarin partijen met al hun argumenten strijden om de vraag wie er gelijk heeft.)