De knoop is doorgehakt: de smaak van een voedingsmiddel wordt niet beschermd door het auteursrecht. Het Hof van Justitie heeft eerder vandaag uitspraak gedaan in het geschil tussen Levola en Smilde waarover ik eerder schreef. Levola is de producent van de smeerdip met roomkaas. Levola constateerde op enig moment dat andere marktpartijen – waaronder Smilde – een vergelijkbare smeerdip met roomkaas op de markt brachten. Dit ging ten koste van het marktaandeel van Levola.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Levola zocht haar heil in het auteursrecht. Zij stelde zich op het standpunt dat de smaak van haar smeerdip een auteursrechtelijk beschermde creatie vormde en dat de vergelijkbare smeerdips een ongeoorloofde verveelvoudiging van die smaak opleverde. Levola had bij de lagere rechters wisselend succes maar liep overwegend tegen het probleem aan dat het lastig was om de smaak (en dus het auteursrechtelijk beschermde object) af te bakenen en om aan te tonen dat de smeerdips van haar concurrenten binnen de beschermingsomvang van het auteursrecht vielen.
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft een aantal prejudiciële vragen voorgelegd aan het Hof van Justitie in Luxemburg. De belangrijkste was logischerwijs de vraag of een smaak voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking kwam. Het Hof van Justitie heeft vandaag geoordeeld dat dat niet het geval is. Om als auteursrechtelijk beschermd werk in aanmerking te komen moet aan twee voorwaarden worden voldaan:
- Het object moet oorspronkelijk zijn, in de zin dat de creatie een eigen intellectuele schepping van de maker ervan is; en
- Alleen de bestanddelen die de uitdrukking van die intellectuele schepping zijn komen voor bescherming in aanmerking komen.
In deze zaak loopt het voor Levola mis op het tweede punt. In het auteursrecht is een basisregel dat alleen concrete uitdrukkingsvormen en niet ideeën, procedures, recepturen en werkwijzen beschermd worden. Dit impliceert dat het voorwerp van bescherming voldoende nauwkeurig en objectief kan worden geïdentificeerd. Dat is in het belang van de rechtszekerheid. Zo moeten andere marktdeelnemers (waaronder concurrenten), maar ook rechters, in staat zijn om vast te stellen wat nu eigenlijk beschermd is. Dat is bij smaken onmogelijk (anders dan bij bijvoorbeeld schilderijen, muziekstukken of films), ook al omdat smaak voor iedereen verschilt. Het Hof van Justitie houdt – overigens net als de Advocaat-Generaal in zijn voorafgaande advies – de mogelijkheid open dat met wetenschappelijke- en technologische ontwikkelingen in de toekomst misschien wel mogelijk wordt om smaken nauwkeurig en objectief vast te stellen. Zolang dat niet mogelijk is, zal Levola zich via een andere route moeten wapenen tegen nabootsingen in de markt, en dat is geen eenvoudige opgave.