De Belgische financieel econoom Hans Degryse is per 1 januari 2006 benoemd tot hoogleraar Gedragstoezicht op Financiële Markten bij TILEC aan de Universiteit van Tilburg. De leerstoel wordt ondersteund door de Autoriteit Financiële Markten (AFM).
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De leerstoel Financieel Gedragstoezicht wordt ingevuld door twee hoogleraren. Hans Degryse is werkzaam aan de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, de tweede – nog te benoemen – hoogleraar zal verbonden zijn aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Gezien het multidisciplinaire karakter van gedragstoezicht is de leerstoel ondergebracht bij TILEC, geleid door de hoogleraren Van Damme en Larouche. Dit centrum richt zich op mededinging, vormgeving en regulering van markten.
Hans Degryse is sinds september 2005 verbonden aan het departement Financiering van de faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen van de UvT. Hij is tevens fellow van het CESIfo, een onderzoeksgroep verbonden aan de Universiteit van München. Eerder was hij verbonden als hoogleraar financiële economie aan de K.U. Leuven en hoofddocent aan de UvT.
Degryse wordt aangesteld op een moment dat het wetenschappelijke debat over de inrichting, uitvoering en de effectiviteit van financieel gedragstoezicht aan belang wint. De steun van de AFM onderstreept het belang van hoogstaand onderzoek naar en debat over financieel gedragstoezicht. De kwaliteit van het toezicht zal hierdoor verhoogd kunnen worden, temeer daar de leerstoel als doelstelling heeft het vakgebied financieel gedragstoezicht tot ontwikkeling te brengen. Dat zal gebeuren door het verrichten van multidisciplinair (economisch en juridisch) wetenschappelijk onderzoek, het opzetten van een onderzoeksnetwerk en het stimuleren van nieuw promotie onderzoek. Over financiële dienstverlening zal tevens onderwijs verzorgd worden in de Bachelor- en Masterfase en er zullen seminars en workshops worden georganiseerd. Een Raad van Toezicht (met leden vanuit UvT en AFM) zal toezien op de wijze waarop de samenwerkingsovereenkomst wordt uitgevoerd. Na drie jaar vindt er een evaluatie plaats.
