De rechtbank Noord-Holland heeft in twee zaken geoordeeld dat de wettelijke regeling voor het heffen van belasting over inkomen uit sparen en beleggen (ook wel box 3 genoemd), zoals deze sinds 2017 geldt, niet in strijd is met de Europese regelgeving. De wetgever heeft de grens van wat Europees gezien mag bereikt, maar heeft die grens niet overschreden.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Volgens de regeling van box 3 worden de inkomsten uit sparen en beleggen berekend aan de hand van twee vaste percentages over een bepaalde vaste mix van het spaargeld en het beleggingsvermogen. Veel belastingplichtigen die bijna alleen maar spaargeld bezitten en nagenoeg geen beleggingen hebben, zijn hiertegen in bezwaar gegaan. Door de lage spaarrentes hebben zij weinig rente op hun spaargeld gekregen en zij vinden dat zij per saldo te veel belasting moeten betalen.
De regeling van box 3 sinds 2017
Belastingplichtigen moeten inkomstenbelasting betalen over inkomsten uit sparen en beleggen. De regeling van box 3 sluit niet aan bij de daadwerkelijk behaalde inkomsten uit spaargeld en beleggingsvermogen, zoals de werkelijke rente die is ontvangen, maar bij een vast bedrag aan inkomsten dat op grond van de wet wordt berekend.
De wet gaat ervan uit dat belastingplichtigen een bepaald deel van hun vermogen als spaargeld houden en een bepaald deel als beleggingsvermogen, zoals aandelen, beleggingen of tweede woningen. Hoe meer vermogen, hoe meer beleggingsvermogen er zou zijn volgens de wet. Ongeacht of er ook daadwerkelijk wordt belegd.
Vervolgens worden daarover aan de hand van twee vaste percentages (dit wordt forfaitair rendement genoemd) inkomsten berekend. Er is één lager percentage dat geldt voor spaargelden en één hoger percentage dat geldt voor beleggingsvermogen. Het bedrag van die door de wet berekende inkomsten wordt belast. Dat kan dus afwijken van de daadwerkelijk ontvangen inkomsten.
Vraag die rechter heeft beantwoord
In 2017 is de regeling van box 3 gewijzigd. Het doel van de wijziging was om iets te doen aan het gevoel van spaarders dat belasting betaald werd over rente-inkomen dat zij niet hadden gekregen. Spaarders vinden dat zij nog steeds te veel belasting moeten betalen. De regeling van box 3 zou volgens hen in strijd zijn met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
Massaal bezwaar procedure
Vanwege de tienduizenden bezwaren die zijn ingediend bij de Belastingdienst, wordt de ‘massaal bezwaar procedure’ toegepast. In dat geval wordt een klein aantal zaken aan de rechter voorgelegd. Die zaken zullen worden uitgeprocedeerd tot aan de hoogste rechter in Nederland, de Hoge Raad. Het oordeel van de Hoge Raad in die zaken geldt dan ook voor alle andere mensen die bezwaar hebben gemaakt.
De staatssecretaris van Financiën heeft in overleg met de Bond voor Belastingbetalers zes zaken geselecteerd die aan de rechter zijn voorgelegd. Twee van deze zaken zijn door de rechtbank Noord-Holland behandeld.
Oordeel rechtbank
De rechtbank oordeelt dat de wetgever bij de sinds 2017 geldende regeling van box 3 de grens heeft bereikt van de wijze waarop hij de wet mag ontwerpen zonder in strijd te zijn met Europese regelgeving. Soms heeft de wetgever meer naar de uitvoerbaarheid van de regels dan naar de werkelijkheid gekeken, terwijl het zijn doel was om met de belastingheffing dichter bij de daadwerkelijk behaalde inkomsten te komen. De wetgever had moeten weten dat die werkelijkheid niet goed benaderd wordt voor mensen met bijna alleen maar spaargeld.
Aan de andere kant kent de regeling van box 3 ook verzachtingen en is hij verfijnder geworden. Voor de meeste belastingplichtigen pakt de gewijzigde regeling gunstig uit. De wetgever heeft daarmee volgens de rechter gehoor gegeven aan het maatschappelijke gevoel om tot een rechtvaardiger regeling te komen, totdat het gelukt is om een nog beter systeem te ontwerpen. Het Europese recht is daarom niet geschonden.
ECLI:NL:RBNHO:2021:2606
ECLI:NL:RBNHO:2021:2607
ECLI:NL:RBNHO:2021:2608
ECLI:NL:RBNHO:2021:2609