Het Gerechtshof Den Haag heeft vandaag het Openbaar Ministerie (OM) alsnog ontvankelijk verklaard in zijn vervolging van twee verdachten in de Haagse gasexplosiezaak. Het Haagse hof oordeelt dat het niet naleven van de regels voor tapgesprekken met zgn. geheimhouders niet zo ernstig is dat daarmee het recht van het OM om de verdachten te vervolgen is komen te vervallen. Bovendien is de informatie uit tapverslagen van gesprekken tussen advocaten en de verdachten is volgens het hof niet gebruikt in het onderzoek. Het hof oordeelde dat schending van het verschoningsrecht in deze zaak niet zo ernstig was dat daarmee het recht van het openbaar ministerie om de verdachten te vervolgen is komen te vervallen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De gasexplosie deed zich voor op 28 juni 2003 in een winkelpand in de Herman Costerstraat nabij de Haagse Markt. Een aantal mensen raakte gewond en panden in de nabije omgeving werden beschadigd.
De rechtbank Den Haag oordeelde op 15 november 2004 dat het OM niet ontvankelijk was nu verslagen van gesprekken tussen de verdachten en hun advocaten te lang onderdeel zijn geweest van het strafdossier. Ondanks dat de rechtbank van mening was dat dit niet doelbewust of met grove veronachtzaming van het recht van de verdachten op een eerlijk proces was gebeurd (criterium Hoge Raad), kwam zij toch tot een niet-ontvankelijkheid van het OM. Het OM ging tegen deze beslissing in hoger beroep.
De uitspraak van het hof brengt met zich mee dat de zaak terug wordt verwezen naar de rechtbank Den Haag om inhoudelijk te worden afgedaan.
Tapverslagen
De procedure bij het hof heeft meer dan een jaar in beslag genomen. Een bijzondere stap van het hof was dat het in juni 2005 heeft bevolen dat de gewraakte tapverslagen aan het hof moesten worden overgelegd. Die tapverslagen waren inmiddels uit het strafdossier verwijderd. Het hof heeft achter gesloten deuren kennis genomen van die tapverslagen en heeft daaromtrent de politieambtenaren als getuigen gehoord.
Het hof stelde onder meer vast dat in geen enkel opzicht is gebleken dat de informatie uit die tapverslagen in het onderzoek is gebruikt. Meer in het algemeen heeft het hof vastgesteld dat het niet-opvolgen van de regels voor tapgesprekken met zgn. geheimhouders en de schending van het verschoningsrecht in deze zaak niet zo ernstig waren dat daarmee het recht van het openbaar ministerie om de verdachten te vervolgen is komen te vervallen.
Bewaren tapverslagen
Het hof heeft tenslotte besloten dat het openbaar ministerie die tapgesprekken moet bewaren, mocht daar later in de procedure nog behoefte aan zijn. De tapgesprekken worden echter niet aan het strafdossier toegevoegd. Op deze wijze wordt volgens het hof de vertrouwelijkheid van gesprekken tussen de verdachten en hun raadslieden maximaal gewaarborgd.
OM op vingers getikt vanwege afluisteren telefoon advocaat, Rechtennieuws.nl