Het kabinet vindt de vrijheid van meningsuiting essentieel voor de democratische rechtsstaat. Wel zijn er wettelijke grenzen. Bij het oordeel of een meningsuiting toelaatbaar is, spelen nationale en internationale criteria een rol.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Dat schrijft minister Pechtold (Bestuurlijke vernieuwing), mede namens minister-president Balkenende en minister Bot (Buitenlandse Zaken), in een brief aan de Tweede Kamer. De brief is een voorbereiding op het debat in de Tweede Kamer over dit onderwerp.
De Kamer had het kabinet gevraagd dieper in te gaan op de botsing van grondrechten, zoals het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op vrije godsdienst en levensovertuiging.
De visie van het kabinet op de onderlinge verhouding van de grondrechten, staat in de nota ‘Grondrechten in de pluriforme samenleving’ (mei 2004). Hierin stelt het kabinet dat verscheidenheid aan waarden een wezenlijk kenmerk is van de democratische rechtsstaat. Ook het kabinetsstandpunt over de spotprentenkwestie was op deze nota gebaseerd.
Het kabinet vindt de vrijheid van meningsuiting een ‘essentiële hoeksteen van een pluriforme samenleving en een levendige democratie’. Dit recht beschermt ook meningsuitingen die mensen kwetsend, schokkend of verontrustend kunnen vinden.
Wettelijke grenzen
Onbeperkt is deze vrijheid niet, schrijft het kabinet. Het Wetboek van Strafrecht stelt grenzen aan de vrijheid van meningsuiting. Zo mag dit recht worden beperkt als uitingen aanzetten tot haat, discriminatie en belediging of geweld propageren.
Hieronder valt in het kader van religie dat mensen zich moeten onthouden van uitlatingen die voor anderen ‘nodeloos beledigend’ zijn. Nodeloos betekent onder meer ‘dat de uiting geen bijdrage beoogt te leveren aan het publieke debat’.
De Nederlandse wet maakt een onderscheid tussen uitlatingen die onfatsoenlijk maar niet strafbaar zijn, en uitlatingen die ontoelaatbaar en dus strafbaar zijn. De rechter stelt zich meestal terughoudend op bij het aannemen dat de grenzen van vrijheid van meningsuitingen zijn overschreden.
Criteria
Rechterlijke uitspraken uit het verleden (jurisprudentie) van nationale rechters en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) bieden criteria voor situaties waarin verschillende grondrechten met elkaar botsen.
Kabinetsstandpunt over botsing van grondrechten, Ministerie van BZK
Kabinetsstandpunt over botsing van grondrechten; Deense spotprenten, Ministerie van BZK