Het bestuur van de Nederlandse Orde van Advocaten, de Algemene Raad, heeft met belangstelling kennis genomen van het rapport Een maatschappelijke Orde van de Commissie Advocatuur. Het rapport bevat tal van aanbevelingen die een goede basis biedt voor nadere discussie over de rol en positie van de advocaat in de rechtsstaat en de rechtsorde.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De Algemene Raad is verheugd over het feit dat de Commissie Advocatuur de kernwaarden van het beroep advocaat onderschrijft. Hij is het eens met de aanbeveling van de commissie om die kernwaarden, te weten onafhankelijkheid, partijdigheid, integriteit, vertrouwelijkheid, deskundigheid en publieke verantwoordelijkheid voor de goede rechtsbedeling, te verankeren in de Advocatenwet. Ook de stelling van de commissie dat niet getornd moet worden aan de geheimhoudingsplicht en het daaraan verbonden verschoningsrecht van de advocaat, is door de Algemene Raad met instemming begroet.
Het voorstel van de commissie ten aanzien van de bestuurlijke structuur van de Orde roept echter vragen op. Volgens de Commissie Advocatuur moet er een Regelgevende Raad voor de Advocatuur worden ingesteld met een meerderheid van onafhankelijke deskundigen die wordt benoemd door de minister van Justitie. Deze nieuwe bestuurslaag zou boven het huidige bestuur van de Orde komen te functioneren.
De nieuwe bestuurslaag vormt een bedreiging voor de onafhankelijkheid van de advocatuur. Onvermijdelijk komt die in het gedrang als derden de regels bepalen voor de beroepsgroep. Een dergelijk model geldt voor geen enkel ander beroep, en in geen enkel ander land. Voor een dergelijke drastische ingreep bestaat bovendien geen enkele noodzaak, nu de commissie zelf constateert dat ‘de Orde kan bogen op een traditie van prudent gebruik van haar bevoegdheden’. Ook is het vreemd dat de commissie onafhankelijkheid als kernwaarde van de advocatuur vooropstelt, maar tegelijkertijd een voorstel doet dat die onafhankelijkheid fundamenteel ondergraaft.
De Algemene Raad bepleit handhaving van de eigen regelgevende bevoegdheid, maar staat positief tegenover meer invloed ‘van buiten’. Zo is een gezaghebbend adviserend orgaan denkbaar. Daarin kunnen zitting hebben vertegenwoordigers van consumentenorganisaties, zakelijke afnemers en ‘ketenpartners’ (rechterlijke macht, openbaar ministerie). De Algemene Raad staat ook open voor de suggestie van de commissie om regelgeving van de Orde vooraf te laten toetsen door de minister van Justitie, in plaats van achteraf.
Het mededingingsrechtelijke toezicht op de juridische markten is op goede gronden in handen van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Eén en ander is voldoende waarborg dat de Orde zich bij de vorming van beleid primair laat leiden door het algemeen belang.
Dat laatste is niet nieuw, getuige ook het feit dat veel voorstellen van de commissie overeenkomen met lopend of voorgenomen beleid van de Algemene Raad. De genuanceerde benadering van de commissie van no cure no pay maakt de weg vrij voor invoering van een vorm van resultaat gerelateerd belonen, zoals door ons gewenst. De Algemene Raad onderschrijft ook het bijzondere belang dat de commissie hecht aan kwaliteitsbeleid in de advocatuur.
De Algemene Raad gaat het rapport van de Commissie Advocatuur nu uitgebreid bespreken met de eigen leden. Vervolgens wordt in samenspraak met het College van Afgevaardigden een definitief standpunt over het rapport vastgesteld, dat aan de minister van Justitie zal worden aangeboden.
Cie: ‘Onafhankelijk advocaat onmisbaar in de rechtsstaat’, Rechtennieuws.nl
Rapport Commissie Advocatuur openbaar op 24 april, Rechtennieuws.nl