Het kabinet wil de aanpak van computercriminaliteit verbeteren door samen met een aantal overheidsdiensten, de politie en het bedrijfsleven de bestrijding van cybercrime onder te brengen in een Nationale Infrastructuur Bestrijding Cybercrime. Voor de strafrechtelijke opsporing en vervolging van computercriminaliteit door de politie komt er daarnaast een speciaal centrum bij de Nationale Recherche, ondergebracht bij het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD). Daar is sinds vorige maand een nationaal meldpunt voor het melden van haatzaaiende en terroristische uitingen en kinderporno op internet. Later wordt dit meldpunt uitgebreid voor andere vormen van cybercrime.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Deze infrastructuur moet ervoor zorgen dat er meer samenhang komt in de bestrijding van cybercrime. Een professionele aanpak van publieke en private partijen en een gedegen kennisuitwisseling moet een effectievere aanpak en bestrijding realiseren. Dit schrijft staatssecretaris van Gennip van Economische Zaken, mede namens haar collega’s van Justitie en Binnenlandse Zaken in een brief aan de Tweede kamer.
De uitvoering van de Nationale Infrastructuur gebeurt onder de vlag van het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing (NPC). In dat NPC zitten naast het ministerie van Economische Zaken, het ministerie van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, ook banken, verzekeraars en ondernemersorganisaties.
De nieuwe Nationale Infrastructuur is een soort virtuele ringleiding die partijen als politie, OPTA, Internet service providers, het nationaal meldpunt cybercriminaliteit en bij het bedrijfsleven aanwezige expertise met elkaar verbindt. Informatie-uitwisseling tussen die partijen moet leiden tot meer inzicht in de omvang en bestrijdingsmogelijkheden van cybercrime. Een goede informatie-uitwisseling is een eerste stap in de bestrijding van cybercrime.
Publieke en private partijen zullen zoveel mogelijk samen moeten werken aan het voorkomen, stoppen en zo mogelijk herstellen van de schade door cybercrime. De deelnemers in de nieuwe Nationale Infrastructuur hebben daarbij verschillende rollen, van waarschuwen en voorlichten tot detecteren, tegenhouden en opsporen en vervolgen. Waar nodig zullen bij de uitbouw van de Nationale Infrastructuur ook taken van bestaande organisaties worden herschikt of nieuwe organisaties ontstaan.
Opsporing en vervolging maken deel uit van de nieuwe infrastructuur maar de opsporingscapaciteit wordt apart vorm gegeven. De veel voorkomende vormen van cybercrime kunnen worden opgepakt door de regiokorpsen. Voor de bestrijding van cybercrime die kan worden gekwalificeerd als vormen van zware, georganiseerde criminaliteit, wordt – als uitvloeisel van het project NHTCC- een nationale voorziening ingericht bij de Dienst Nationale Recherche (KLPD). Ook incidenten met een belangrijke internationale component worden door deze nationale voorziening onderzocht. De nationale voorziening bij het KLPD doet opsporingsonderzoeken, ontwikkelt strategieën om cybercrime tegen te houden en zorgt voor opbouwen en uitdragen van kennis en ervaring.
Het kabinet wil deze infrastructuur gaandeweg laten groeien. Er komen eerst vier experimenten die zich richten op respectievelijk de bankwereld, het midden- en kleinbedrijf, de decentrale overheden en de grote industrie. Het experiment in de bankwereld is al gestart; via het internationale netwerk van GOVCERT worden meldingen van banken over phishingsites doorgegeven aan de tegenhangers van GOVCERT in het buitenland, waar dergelijke sites vrijwel altijd hun basis hebben. In april start een tweede experiment waarin de ict-voorzieningen bij vijftig mkb-bedrijven in Flevoland worden doorgelicht. De Nationale Infrastructuur is over twee jaar volledig in werking. Opdrachtgever is de staatssecretaris van Economische Zaken Karien van Gennip.
Cybercrime is een steeds vaker voorkomende vorm van criminaliteit. Door de vaak technische aard van deze vorm van criminaliteit, de snelle ontwikkelingen in de telecommunicatiesector en de internationale dimensie vraagt de bestrijding ervan bijzondere aandacht. Het aantal instanties groeit dat betrokken is bij de aanpak van cybercrime. Daarom komt er nu een nationale infrastructuur om computercriminaliteit (‘cybercrime’) te bestrijden.
Cybercrime kent een aantal vormen. Het gebruik van Internet voor strafbare zaken zoals kinderporno is er één. Misbruik van het netwerk om ergens binnen te komen om gegevens te stelen of te veranderen is een andere vorm. Beschadiging van het netwerk zelf waardoor apparatuur niet meer werkt, kan een derde vorm zijn. Het legale gebruik van het netwerk voor bijvoorbeeld illegale financiële transacties is een vierde vorm die eigenlijk maar zijdelings aan computercriminaliteit raakt.
Ontwerp ‘Nationale Infrastructuur Bestrijding Cybercrime’, Ministerie van EZ
Bijlage bij ‘Ontwerp Nationale Infrastructuur Bestrijding Cybercrime’, Ministerie van EZ