De Raad voor Concurrentievermogen, de raad van Europese ministers van Economische Zaken, heeft ingestemd met een nieuw voorstel voor de Dienstenrichtlijn. Deze richtlijn moet het vrije verkeer van diensten en de vrije vestiging van dienstverleners binnen de Europese Unie bevorderen. Het voorstel voor de richtlijn, ingediend door de vorige Eurocommissaris Bolkestein, was eerder dit jaar aangepast na kritiek van het Europese Parlement. De concept-richtlijn gaat na het akkoord van de Europese ministers nu opnieuw ter beoordeling naar het EP.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De Dienstenrichtlijn zal als hij eenmaal door de lidstaten is ingevoerd aanzienlijke, positieve economische effecten hebben. Nu is het zo dat dienstverleners die over de grens hun diensten willen verlenen aan allerlei extra en dubbele vereisten moeten voldoen, bijvoorbeeld vergunningen en registraties. Dat is niet efficiënt en belemmert het vrij verkeer van diensten in Europa. Ook vestiging in een ander land is vaak onderhevig aan onnodige belemmeringen.
Door die belemmeringen weg te nemen kan zowel de export als de import van diensten makkelijker plaatsvinden. Ook zal naar verwachting meer geïnvesteerd worden in diensten.
Staatssecretaris Van Gennip en minister Brinkhorst van Economische Zaken hebben er de afgelopen tijd vooral op gehamerd dat alle landen goed de huidige belemmeringen in beeld brengen. Dat maakt het mogelijk om te bekijken of die belemmeringen terecht zijn of dat ze onevenredig en onnodig nadeel opleveren voor buitenlandse dienstverleners. Van Gennip na afloop van de Raad: “Ik ben erg blij dat het is gelukt om samen met een groot aantal andere landen iedereen de redelijkheid hiervan duidelijk te maken. Zonder die screenings- en meldingsbepaling was de richtlijn een papieren tijger geworden. Dan zouden bedrijven nog steeds zelf alle belemmeringen moeten aanvechten.”
De afspraken over doorlichting en melding van belemmeringen is vooral belangrijk omdat het oorspronkelijke idee om alleen de regels van het land van waaruit de dienstverlener opereerde te laten gelden (het land-van-oorsprongbeginsel) inmiddels uit de richtlijn is geschrapt.
Ook minister Brinkhorst is blij met de overeenstemming over de richtlijn. “We hebben een compromis gevonden dat het in elk geval mogelijk maakt dat er in de EU vooruitgang wordt geboekt. In de richtlijn zijn alle belangen zorgvuldig afgewogen terwijl er toch een grote groei van de dienstenmarkt door kan ontstaan”.