Als mensen gedwongen worden zich te identificeren met de cultuur, taal of religie van een land zal dat averechts werken. Zo’n aanpak zal eerder leiden tot culturele fragmentatie dan tot de vorming van een natie met gedeelde waarden en normen. Dat concludeert historicus en Tweede Kamerlid drs. Theo Brinkel in zijn proefschrift dat hij vrijdag 16 juni verdedigde aan de Universiteit van Tilburg.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Een van de dilemma’s van de moderne samenleving is dat zij laveert tussen eenheid en verscheidenheid. Een land dat als geen ander met die spanning te maken heeft is Zuid-Afrika. Het onderzoek van promovendus Brinkel richt zich in belangrijke mate op dit land, dat niet minder dan elf officiële talen kent, een bonte mengeling aan etnische groepen en een geschiedenis die zich lange tijd eerder heeft onderscheiden door verdeeldheid dan door samenhang. Kenmerkend voor Zuid-Afrika is dat niemand volledig opgaat in één gemeenschap: de loyaliteiten zijn gespreid over maatschappelijke dwarsverbanden als kerken, buurten et cetera. Opvallend is dat dergelijke verbanden weliswaar voor samenhang zorgen, maar dat ze in politieke termen betrekkelijk machteloos zijn.
De centrale vraag in Brinkels proefschrift is wat landen bijeen houdt, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de culturele, religieuze en taalidentiteit van mensen. De promovendus stelt dat er hoe dan ook een helder, geaccepteerd constitutioneel kader dient te zijn, een democratische Grondwet en respect voor onderlinge verschillen: van geen enkele groep kan volledige loyaliteit worden gevraagd. Zolang aan die voorwaarden wordt voldaan lijkt de kans op het uiteenvallen van in dit geval de Zuid-Afrikaanse gemeenschap langs etnische, culturele, religieuze of taalbepaalde scheidslijnen gering. Theo Brinkel zegt in zijn onderzoek meer begrip gekregen te hebben voor het belang van nationale saamhorigheid, maar ziet geen oplossing in het verplichten van mensen om zich te identificeren met een van boven af opgelegde cultuur, taal of religie van een land. “Zo’n aanpak zal eerder leiden tot culturele fragmentatie dan tot de vorming van een natie met gedeelde waarden en normen. Als het gaat om nation-building, zoals dat zo fraai in het Engels heet, moeten we ons niet alleen bezig houden met onderlinge verschillen op het vlak van taal, cultuur en religie, maar zouden we nadrukkelijker moeten nadenken over wat ons als samenleving verbindt en bij elkaar houdt.” In Brinkels proefschrift wordt een proces aangereikt dat bij het streven naar samenhang behulpzaam kan zijn. Aan de basis ligt de Grondwet en de waarden die daarin tot uitdrukking komen. Het tweede aspect van het proces bestaat uit expliciete aandacht voor de maatschappelijke verbanden waarin mensen hun identiteit beleven: buurt, kerk, werk, culturele organisaties. Tevens is de gemeenschappelijke geschiedenis van groot belang: welke verbindingen liggen er op grond daarvan? Vervolgens is het belangrijk om processen van dialoog en verzoening te organiseren. In Zuid-Afrika gebeurde dat via de zogeheten Waarheidscommissie. Die bepaalde niet zoiets als een ultieme waarheid, maar presenteerde een verhaal waar iedereen het nog steeds over heeft. Tenslotte is het in de ogen van Brinkel van belang dat er in zo’n proces een toekomstideaal wordt geformuleerd waar de hele samenleving achter kan staan. T. Brinkel, Nation-Building and Pluralism: Experiences and Perspectives in State and Society in South Africa (diss. Tilburg), Den Haag: Sdu 2006 |
Curriculum vitae Theo Brinkel (1958) studeerde geschiedenis aan de Universiteit van Leiden. Hij is sinds 2003 lid van de Tweede Kamer, waar hij zitting heeft in onder meer de commissie Buitenland. Hij is woordvoerder Suriname en Zuidelijk Afrika en behandelt de rol van maatschappelijke organisaties in de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking en de Culturele Canon. Over de promotie |