In de Wet terroristische misdrijven ligt bij terreurdreiging het accent te veel op de bedoelingen van de daders. Dat dwingt de opsporing tot het gebruik van erg indringende methoden, zoals afluisteren en infiltratie. Bedoelingen zijn bovendien lastig te bewijzen. Deze kritische uitspraken deed professor Evert F. Stamhuis, hoogleraar strafrecht aan de Open Universiteit Nederland, op vrijdag 15 september in zijn inaugurele rede. Volgens de hoogleraar had de wetgever dit anders moeten aanpakken.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Gemeen gevaar In de Wet terroristische misdrijven zijn de straffen voor terroristische aanslagen behoorlijk verhoogd. Verder heeft de wet ook samenspanning en deelneming aan een terroristische organisatie als misdrijf strafbaar gesteld, omdat daardoor de dreiging van een aanslag wordt vergroot. Stamhuis gaat in zijn rede met de titel Gemeen gevaar, in op misdrijven tegen de algemene veiligheid. Daartoe rekent hij ook gedrag dat de terreurdreiging vergroot. Volgens de hoogleraar zou de strafwet zich bij risicos voor de algemene veiligheid zoveel mogelijk moeten richten op gedrag in plaats van bedoelingen. Deze misdrijven moeten in de wet als concreet gedrag omschreven worden, zodat de kwade bedoeling van de dader er minder toe doet. Dat verlicht de bewijslast. Nu staat bij samenspanning de bedoeling voorop, waardoor het bewijs moeilijk te leveren is en de opsporing diep moet binnendringen in de privésfeer, aldus Stamhuis. |
Curriculum vitae Prof. mr. dr. Evert F. Stamhuis (1960) is per 1 februari 2006 benoemd tot hoogleraar aan de Open Universiteit Nederland. Daarvoor was hij werkzaam in het strafrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij was betrokken bij diverse onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten, waaronder een grondslagenonderzoek in opdracht van het Ministerie van Justitie bekend onder de naam Strafvordering 2001. Verder is Stamhuis actief op het maatschappelijk vlak. Hij was onder andere rechter-plaatsvervanger in de rechtbank Groningen en expert-adviseur in strafprocedures in Londen en Edinburgh. Momenteel is hij verbonden aan het gerechtshof Leeuwarden als raadsheer-plaatsvervanger. |