De Staat heeft in 2005 mevrouw Hirsi Ali wegens tegen haar geuite bedreigingen ondergebracht in een ‘extra beveiligde woning’ in een appartementencomplex. Eigenaren van andere appartementen in dat gebouw hebben in kort geding gevorderd dat de Staat die beveiligde woning zou ontruimen. Die bewoners stelden dat de Staat onrechtmatig tegenover hen handelde, onder meer omdat zij van de getroffen veiligheidsmaatregelen hinder en overlast ondervonden en zij door de opgedrongen aanwezigheid van mevrouw Hirsi Ali de angst hadden dat een aanslag op haar ook hen zou treffen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Uitspraken rechtbank en hof
De voorzieningenrechter van de rechtbank ‘s-Gravenhage heeft in zijn vonnis van 6 december 2005 (zie LJN AU7458) de vordering van de bewoners afgewezen. De president oordeelde dat de Staat niet onrechtmatig heeft gehandeld.
De bewoners hebben hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. Het hof ‘s-Gravenhage heeft op 27 april 2006 (zie LJN AW5258) in hoger beroep de Staat bevolen om binnen vier maanden het gebruik door mevrouw Hirsi Ali van het als extra beveiligde woning ingerichte appartement te beëindigen. Het hof vond doorslaggevend dat bij de bewoners de reële en objectief gerechtvaardigde vrees bestond dat zij het slachtoffer zouden worden van een op mevrouw Hirsi Ali gepleegde aanslag. De bewoners zijn volgens het hof door de Staat in een situatie gebracht waarin zij zich niet veilig voelen in hun eigen woning. Door mevrouw Hirsi Ali in het appartement te huisvesten zonder toestemming van de bewoners en zonder maatregelen te nemen om de gegronde vrees van de bewoners weg te nemen, heeft de Staat onrechtmatig gehandeld.
De procedure bij de Hoge Raad
Tegen de uitspraak van het hof heeft de Staat beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
Als advocaat in cassatie treden op:
- voor de Staat: mr. G.J.H. Houtzagers en mr. M.W. Scheltema, beiden advocaat in Den Haag;
- voor de bewoners: mr. J. de Bie Leuveling Tjeenk, advocaat in Den Haag.
Advocaat-generaal mr. J.L.R.A. Huydecoper heeft op 11 augustus 2006 in zijn conclusie de Hoge Raad geadviseerd het beroep van de Staat te verwerpen.
De Hoge Raad doet uitspraak op vrijdag 20 oktober, 10.00 uur. Vervolgens zal rond 10.45 uur een samenvatting van deze uitspraak worden gepubliceerd. De uitspraak zelf (rolnr. C06/124HR) wordt vrijwel gelijktijdig gepubliceerd.