Een non, die in 1970 wegens haar gedrag ontslagen werd van het lidmaatschap van de congregatie van de zusters van H. Jozef in Amersfoort hoeft niet weer als lid in het huis van de congregatie te worden opgenomen. Dat heeft de president van de rechtbank in Utrecht in kort geding bepaald.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De vrouw, die tevens weggezonden was van de communiteit, vorderde in kort geding dat zij weer als lid in het huis van de congregatie mag verblijven. De vordering wordt afgewezen. Volgens de rechter zijn de vorderingen van de non verjaard. Onder het oude burgerlijk recht bedroeg de verjaringstermijn 30 jaar en onder het huidig recht is deze op 20 jaar gesteld. Stuiting van die verjaring had alleen kunnen worden bewerkstelligd door een schriftelijke aanmaning die binnen zes maanden zou zijn gevolgd door een daad van rechtsvervolging.
Hoewel de vrouw tussen 1970 en nu vele brieven heeft geschreven aan zowel de congregatie als andere functionarissen binnen de rooms-katholieke kerk, kunnen deze brieven volgens de rechter niet als aanzeggingen of daden van rechtsvervolging worden beschouwd. De vorderingen dienen om die reden te worden afgewezen.