Nederland mag zich beroemen op een redelijk fatsoenlijke rechtspleging. Maar met officiële opvattingen over toelaatbaar juristengedrag is het grondig mis, nog afgezien van groezelige en regelrecht criminele rechtspraktijken. In de onlangs bij Ars Aequi Libri verschenen uitgave Kwade zaken? De moraal van het juridisch beroep geeft rechtsfilosoof Hendrik Kaptein juridische ratten er genadeloos van langs. Juridische ambts- en beroepsopvattingen worden voor het eerst kritisch en stelselmatig onder de loep genomen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Sinds het begin van de jaren ’90 werd over juridische beroepsethiek – al dan niet in de media – menige strijd gestreden. Er staat veel op het spel, met name voor mensen en instellingen die zijn overgeleverd aan al die juristen(streken). Kaptein zet uiteen hoe de ergste misstanden – anders dan vaak wordt aangenomen – niet te vinden zijn in de strafadvocatuur. Een overvloed aan foute officieren van justitie en Oost-Indisch dove strafrechters is gevaarlijker. Ook (de rest van de) ambtenarij geeft hij er stevig van langs, net als verzekeraars die slachtoffer van letselschade zo lang mogelijk in de kou laten zitten omdat (dood)procederen goedkoper is dan gewoon betalen.
Iedereen voelt wel aan dat dergelijke praktijken niet deugen. Nog meer regels zijn volgens Hendrik Kaptein in elk geval niet de oplossing. Dan rijst immers weer het probleem van verantwoord gebruik van de regels: een juridisch Droste-effect. In Kwade zaken? wordt eindelijk uitgelegd hoe de beroepsethiek wel gehandhaafd kan én moet worden.