De Hoge Raad heeft vandaag uitspraak gedaan in de strafzaken tegen drie verdachten, die op 7 mei 2003 door het hof te Den Haag zijn veroordeeld tot taakstraffen of een geldboete wegens met name valsheid in geschrift. Het ging in die zaken om risicovol kasgeldbeheer bij de provincie Zuid-Holland, dat in 1999 leidde tot de zgn. Ceteco-affaire. Verdachte B. was de ambtenaar bij de provincie die het kasgeldbeheer voerde, verdachte S. was vennoot van de derde verdachte, een venootschap onder firma T.I. Die vennootschap had nota’s gestuurd aan de provincie voor courtagekosten in verband met door haar aan verdachte B. gegeven adviezen ten behoeve van diverse door verdachte B. aangegane transacties. Volgens het hof waren die nota’s vals opgemaakt omdat er in strijd met de waarheid “courtage” in rekening was gebracht, terwijl er in werkelijkheid geen bemiddeling had plaatsgevonden. Aan de verdachten was ook tenlastegelegd dat zij zich hadden schuldig gemaakt aan oplichting. Van die oplichting heeft het hof de verdachten vrijgesproken.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Het openbaar ministerie en de verdachten hebben cassatieberoep ingesteld.
Het openbaar ministerie is het er niet mee eens dat het hof de vordering van het openbaar ministerie heeft afgewezen om de tenlastelegging uit te breiden met het verwijt dat de verdachten zich aan verduistering hebben schuldig gemaakt.
De verdachten klagen erover dat het bewijs niet op alle punten is geleverd en zij klagen over de strafoplegging. Als raadsvrouw in cassatie treedt voor de verdachten op mr. A.E.M. Röttgering, advocaat te Amsterdam.
Op 6 juli 2004 heeft de plv. procureur-generaal Fokkens in zijn advies aan de Hoge Raad op het cassatieberoep van het openbaar ministerie geconcludeerd tot vernietiging van het arrest. In het cassatieberoep van de verdachten heeft hij geconcludeerd tot verwerping daarvan.
De Hoge Raad heeft de klachten van de verdachten verworpen.
De Hoge Raad heeft de beslissing van het hof dat de tenlastelegging niet mag worden uitgebreid met het verwijt van verduistering vernietigd en de zaken verwezen naar het hof Amsterdam. Dit hof zal alsnog moeten onderzoeken of de tenlastelegging mag worden uitgebreid met verduistering en, zo ja, of dat feit ook bewezen is en welke straf zou moeten worden opgelegd.