De belastingdienst gebruikt persoonsgegevens en andere gevoelige informatie in beginsel alleen voor de uitvoering van de belastingwetgeving. Er zijn situaties denkbaar waarin de belastingdienst persoonsgegevens zoals naam- en adresgegevens van burgers niet geheim hoeft te houden. Dat is bijvoorbeeld het geval als de belastingdienst een belastingteruggaaf op rekening stort van een derde en dit het gevolg is van een fout van de werkelijk gerechtigde tot de belastingteruggaaf. In dat geval verstrekt de belastingdienst op verzoek van de gerechtigde tot de belastingteruggaaf de naam- en adresgegevens van de ongerechtvaardigd verrijkte, zodat eerstgenoemde een civiele procedure kan opstarten om zijn geld terug te krijgen. Deze gang van zaken blijkt onder meer uit een recent rapport van de Nationale Ombudsman. De ombudsman is verder van oordeel dat de belastingdienst prompt moet reageren op verzoeken van burgers en bijvoorbeeld niet een verzoek wekenlang kan laten liggen totdat een belastingdienstmedewerker weer terug is van vakantie. Het vereiste van adequate organisatorische voorzieningen noopt de belastingdienst tot een voortvarende aanpak.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De bescherming van privacy van de burger is een groot goed. De belastingdienst gebruikt persoonsgegevens en andere gevoelige informatie in beginsel alleen voor de uitvoering van de belastingwetgeving. Er zijn evenwel situaties denkbaar waarin de belastingdienst persoonsgegevens zoals naam- en adresgegevens van burgers niet geheim te houden. Dat is bijvoorbeeld het geval als de belastingdienst een belastingteruggaaf op rekening stort van een derde, en dit het gevolg is van een fout van de werkelijk gerechtigde tot de belastingteruggaaf. In dat geval verstrekt de belastingdienst op verzoek van de gerechtigde tot de belastingteruggaaf de naam- en adresgegevens van de ongerechtvaardigde verrijkte verstrekken, zodat eerstgenoemde een civiele procedure kan opstarten om zijn geld terug te krijgen.
De Leidraad invordering, die allerhande richtlijnen bevat hoe de belastingdienst in voorkomende gevallen zal handelen, bevat bovengenoemd voorschrift. Deze gang van zaken blijkt onder meer uit een recent rapport van de Nationale Ombudsman. In de betreffende zaak had een belastingdienst een belastingteruggaaf uitbetaald op een foutief bankrekeningnummer. Een man die gerechtigd was tot de belastingteruggaaf had bij vergissing een verkeerd bankrekeningnummer opgegeven. Een dergelijke vergissing komt voor rekening van de man zelf, de belastingdienst heeft in zodanig geval bevrijdend betaald. Terugvorderingspogingen van de belastingdienst bij de ongerechtvaardigd verrijkte bleven evenwel zonder succes. De man beklaagde zich over de gang van zaken bij de ombudsman en met name dat hij pas in een (te) laat stadium de beschikking kreeg over de naam- en adresgegevens van de ongerechtvaardigd verrijkte.
De ombudsman is van mening dat de belastingdienst in zodanige situatie zich niet kan beroepen op haar geheimhoudingsplicht, omdat dat dan strijd zou opleveren met het beginsel van fair play. Dit beginsel houdt voor bestuursorganen in dat zij de burgers de mogelijkheid geven hun procedurele kansen te benutten. Dit beginsel prevaleert in dergelijk geval boven de geheimhoudingsplicht.
De ombudsman baseert zijn oordeel op de volgende overwegingen. De ratio van de geheimhoudingsplicht is de burger het vertrouwen te geven dat van de door of over hem aan de belastingdienst verstrekte, vaak gevoelige informatie, geen ander gebruik wordt gemaakt dan voor het uitvoeren van de belastingwetgeving door de belastingdienst. Op de naam en adresgegevens van de derde die een teruggaaf ten onrechte heeft ontvangen, is deze ratio niet of nauwelijks van toepassing. Bovendien worden de betrokken gegevens (op basis van de eerdergenoemde Leidraad) gewoonlijk alsnog verstrekt wanneer de terugvordering door de belastingdienst niet tot succes leidt.
Ook de Wet bescherming persoonsgegevens staat aan het verstrekken van de naam- en adresgegevens niet in de weg. Deze wet bevat een uitzonderingsbepaling die erin voorziet dat gegevens mogen worden verstrekt aan een derde, die nodig zijn voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang van die derde. Naar het oordeel van de ombudsman kon in het onderhavige geval in redelijkheid niet worden gezegd dat het belang of de fundamentele rechten en vrijheden van de ongerechtvaardigde verrijkte moet prevaleren boven het belang van de gerechtigde tot de belastingteruggaaf zodat de uitzonderingsbepaling niet van toepassing is.
De ombudsman heeft de minister van Financiën een aanbeveling meegegeven dat de belastingdienst in situaties als hierboven op uitdrukkelijk verzoek de naam- en adresgegevens van een ongerechtvaardigde verrijkte verstrekt aan de benadeelde.
De ombudsman is verder van oordeel dat de belastingdienst prompt moet reageren op verzoeken van burgers en bijvoorbeeld niet een verzoek wekenlang kan laten liggen totdat een belastingdienstmedewerker weer terug is van vakantie. Het vereiste van adequate organisatorische voorzieningen noopt de belastingdienst tot een voortvarende aanpak.