Het kabinet heeft algemene uitgangspunten geformuleerd omtrent de uitwisseling van gegevens tussen de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) en de Belastingdienst. Het onderschrijft de visie van de Raad van State dat vooraf zo duidelijk mogelijk moet zijn hoe in mededingingszaken inhoud zal worden gegeven aan de informatie-uitwisseling tussen de NMa en de Belastingdienst.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Het kabinet heeft besloten dat de NMa de informatie die zij van bouwbedrijven heeft verkregen via de clementieregeling, niet aan de Belastingdienst zal verstrekken zolang de desbetreffende bouwbedrijven daarmee niet hebben ingestemd. Overigens heeft inmiddels bijna 60% van de betreffende bedrijven toestemming verleend voor de overdracht van de informatie. Als de overige bedrijven zich melden bij de Belastingdienst voordat de NMa de sanctiebeschikkingen publiceert zal de fiscale inkeerregeling van toepassing zijn indien aan de voorwaarden daarvoor is voldaan. Er zal een koppeling worden gelegd tussen het clementiebeleid van de NMa en het inkeerbeleid van de Belastingdienst. Tevoren zal aan betrokkenen duidelijk worden gemaakt dat de vrijwillig aangeleverde informatie tussen beide instanties wordt uitgewisseld, indien zowel de clementieregeling als de inkeerregeling van toepassing is.
Achtergrond
De Raad van State heeft op verzoek van minister Brinkhorst van Economische Zaken een advies over dit onderwerp uitgebracht. De Raad van State concludeert dat de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr) niet opzij wordt gezet door de Mededingingswet. Wel voorziet de Awr in een mogelijkheid tot ontheffing van de verplichting tot het verstrekken van informatie. In sommige EU-lidstaten, bijvoorbeeld Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, is informatie-uitwisseling met fiscale instanties onder voorwaarden mogelijk. In andere landen, bijvoorbeeld Italië, geldt een beroepsgeheim voor de mededingingsautoriteit.