Stemmingen vormen met regelmaat een hot issue. Niet alleen vanwege de inhoud ervan, maar ook de procedure. In veel landen houden waarnemers in het kader van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa – ook vanuit Nederland – toezicht op de eerlijkheid van stemmingen. Als er gebrek aan eerlijkheid is, dan beschadigt dat het democratische proces grondig. De verkiezing van George W. Bush vormde zelfs inzet van juridische procedures vanwege de geldigheid van de telling van de stemming. Onlangs maakte de staatsecretaris Bijsterveld van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties, naar aanleiding van het rapport van de commissie Korthals Altes Stemmen met vertrouwen van 27 september, bekend dat de huidige generatie stemmachines voortaan niet meer gebruikt zal worden. De voorzieningenrechter te Alkmaar heeft op 1 oktober op vordering van de stichting Wij Vertrouwen Stemcomputers Niet de eerder gegeven ministeriële goedkeuring voor de stemmachines van Nedap geschorst. Een en ander berust op de Regeling Voorwaarden en Goedkeuring Stemmachines 1997. De Nedap-stemmachine beschikt niet over een prototype-goedkeuring, en men had de wijzigingen moeten laten keuren.
(wijvertrouwenstemcomputersniet.nl).
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Het burgemeestersreferendum in Utrecht van 10 oktober heeft daarom met het rode potlood plaatsgevonden. Vanwege de beperkte opkomst was het referendum overigens zelf ongeldig, maar daar is een andere reden voor die meer politiek dan technisch van aard is: wat kiest u: PvdA of PvdA? Nederlandse waarnemers zouden in een ander land bij een dergelijke stemming zich waarschijnlijk kritisch getoond hebben.
Wat betreft de tot nu toe gebruikte stemmachines zijn er forse problemen. De commissie Korthals Altes heeft in de eerste plaats geconstateerd dat deze machines onvoldoende bestand zijn tegen fraude. (commissieinrichtingverkiezingsproces.nl) Dit bleek al eerder op vrij hilarische wijze toen duidelijk werd dat de digitale signalen met daarin de stemgegevens buiten het stemlokaal op vrij eenvoudige wijze te ontvangen waren. De commissie beveelt aan dat in heel Nederland in het stemlokaal op uniforme wijze gestemd moet worden: centralisatie van de keuze voor een bepaald kiessysteem en daarmee ook van de mogelijke keuze voor een soort stemmachines. Bovendien moet de minister van BZK bevoegdheden krijgen die nodig zijn om de regie over de verkiezingen te kunnen voeren. Het gaat volgens de commissie bij verkiezingen om de volgende uitgangspunten: transparantie, controleerbaarheid, integriteit, kiesgerechtigheid, stemvrijheid, stemgeheim, uniciteit en toegankelijkheid. De tot nu ontwikkelde stemmachines werken als een zwarte doos: niet controleerbaar is hoe een stem die uitgebracht is uit het computersysteem komt. Daarom komt de commissie op basis van de waarborgen en met name vanwege de behoefte aan een papieren bewijs met het voorstel: stemmen in het stemlokaal; papieren bewijs uit een stemprinter; om snel te tellen, en fouten te voorkomen een elektronische stemmenteller. Het stembiljet wordt elektronisch gescand en vervolgens gelezen. Daarmee lijkt het echter wel alsof de techniek van de elektronische stemmenteller (ook een zwarte doos?) er met de haren is bijgesleept. Is handmatig tellen niet veel kos-teneffectiever dan het opnieuw ontwikkelen van deze apparatuur? Ik ben benieuwd welke keuze de staatssecretaris uiteindelijk zal maken. Overigens heeft de commissie zich over veel meer onderwerpen uitgelaten, zoals de mogelijkheid om elders te stemmen en het vraagstuk van stemmen vanuit het buitenland en het stemmen voor gehandicapten.
In het gedoe rond de stemmachines zijn een aantal actoren te noemen. Groenendaal Bureau voor Verkiezingsuitslagen dat de software leverde voor de stemmachines blijkt druk te hebben uitgeoefend om dit bedrijf door de overheid te laten overnemen. Naar aanleiding daarvan rees de vraag hoe gevoelig de organisatie van de verkiezingen afhankelijk was nu er één kleine zeer deskundige monopolist een sleutelpositie heeft. De Kiesraad had hierover een waarschuwend geluid laten horen, vooral toen de heer Groenendaal in de media de indruk had gewekt dat hij het was die de verkiezingsuitslag vaststelde en niet de Kiesraad. Deze kleine geschiedenis is op zich niet zo van belang, maar illustreert wel dat de invloed aanzienlijk kan zijn. Een andere speler is de firma Nedap die voor 90% van de gemeenten de inmiddels volledig afgekeerde machines leverde. Dit percentage wijst ook op een forse afhankelijkheid van de overheid. De meest interessante speler vormt echter de stichting Wij Vertrouwen Stemcomputers Niet. Via een website en media-aandacht én de stunt van het openbaar maken van de ‘afluisterbaarheid’ van stemcomputers heeft deze stichting de kwestie van de veiligheid van onze stemprocedure op de publieke agenda geplaatst. Wellicht is er nooit iets misgegaan, maar het vertrouwen in de software en de stemmachines was weggeëbd.
Toen ik de meer volledige informatie over de problemen met de stemcomputers en de software tot mij nam, bekroop mij als simpele kiezer wel een onplezierig gevoel. Aanvankelijk wekte de overheid in de media de indruk dat het om iets uiterst curieus ging en trachtte de overheid de stichting Wij Vertrouwen Stemcomputers Niet als een lastige horzel uit het publieke debat weg te meppen. De stichting Wij Vertrouwen Stemcomputers Niet had een aantal WOB-procedures lopen om alle informatie boven tafel te krijgen en heeft die procedures, nu hun succes zo eclatant is, inmiddels ingetrokken. Het is de vraag of het wel op dergelijke procedures had mogen aankomen. De transparantie waarover de commissie Korthals Altes als uitgangspunt spreekt, zou toch moeten betekenen dat betrokken burgers bij hun behoefte aan informatie over alle aspecten van de verkiezingsprocedure op hun wenken bediend zouden worden. Niets van dat al. Ook als burger maak ik me zorgen over deze transparantie. Hoe volledig was de informatie van de overheid over de stemmachines toen de discussie op gang werd gebracht? Is de overheid zich wel voldoende bewust van de kwetsbare kanten van technologische toepassingen en de betrouwbaarheid van de daarmee gegenereerde informatie? (zie hierover het rapport Data voor daadkracht, van de Adviescommissie Informatiestromen Veiligheid). Ik begrijp best dat het voor de overheid lastig is om informatie te verstrekken die het beeld van betrouwbaarheid kan aantasten. Toch past dat in een open democratie. Aan het rapport van de commissie Korthals Altes zou ik de conclusie willen verbinden dat de overheid vanaf nu volledig transparant moet zijn over de stappen die gezet worden op weg naar een modern en professioneel systeem van stemmingen.
Dr. Alex Brenninkmeijer vervult officieel het ambt van Nationale ombudsman.
A.F.M. Brenninkmeijer, ‘Naar een andere aanpak van bezwaarschriften’, NJB 2007-37