Het bestuursrecht kent, in het kader van de vergoeding van proceskosten, een gesloten stelsel van forfaitaire bedragen waarvoor de belanghebbende die door een derde een rechtsmiddel laat aanwenden op verzoek in aanmerking kan komen. Zulks volgt uit artikel 7:15, tweede lid en artikel 8:75, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in samenhang met het Besluit proceskosten bestuursrecht.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Deze forfaitaire bedragen dekken de feitelijk door de rechtzoekende gemaakte kosten echter vaak maar ten dele. Het afgelopen jaar zijn twee belangrijke uitspraken gedaan door achtereenvolgens de Hoge Raad en de Centrale Raad van Beroep waarmee de kans om de werkelijke proceskosten vergoed te krijgen zijn toegenomen. Hierdoor is het in financiële zin voor rechtzoekenden aantrekkelijker geworden om professionele rechtshulp in te schakelen.
In zijn uitspraak van 13 april 2007 (LJN: BA2802) oordeelde de Hoge Raad dat voor een toekenning van een proceskostenvergoeding in afwijking van de forfaitaire bedragen van het Besluit proceskosten bestuursrecht grond is “indien het bestuursorgaan het verwijt treft dat het een beschikking of uitspraak geeft respectievelijk doet of in rechte handhaaft, terwijl op dat moment duidelijk is dat die beschikking of uitspraak in een (de) daartegen ingestelde procedure geen stand zal houden.”
In zijn uitspraak van 22 november 2007 (LJN: BB9029) oordeelde de Centrale Raad van Beroep, vrij vertaald, dat bij de vaststelling van de hoogte van de proceskostenvergoeding niet aan de orde is de hoeveelheid werk die de rechtshulpverlener er aan heeft gehad en ook niet de expertise die het van hem vergde, maar de complexiteit van de zaak als zodanig.
Voorgaande is van belang voor diegenen die een rechtsmiddel willen aanwenden tegen een overheidsbesluit, maar daar huiverig voor zijn vanwege de juridische complexiteit van de zaak en de dreigende (hoge) kosten van juridische bijstand.
Hieronder vier praktische tips voor degene die zich wil laten ondersteunen bij zijn verweer tegen een – al dan niet complex – overheidsbesluit en daarbij geen of zo min mogelijk kosten wil maken:
- Zoek een betaalbare juridisch hulpverlener. Dat hoeft geen (relatief dure) advocaat te zijn, de wet vereist slechts dat diegene zo nu en dan beroepsmatig juridische bijstand verleend.
- Beding dat uw hulpverlener belang krijgt bij een (toekomstige) proceskostenvergoeding door de hoogte van zijn beloning er (mede) van af te laten hangen.
- Controleer of aan de criteria zoals vermeld in bovengenoemde uitspraak van de Hoge Raad is voldaan en, zo ja, laat uw hulpverlener aan het bestuursorgaan of de rechtbank namens u verzoeken om vergoeding van de daadwerkelijk door u gemaakte kosten van rechtsbijstand.
- Indien u niet voldoet aan de criteria van de uitspraak van de HR, waak er dan voor dat het bestuursorgaan of de rechtbank de hoogte van de toe te kennen vergoeding lager vaststelt dan € 322,- (dit is het standaardbedrag uit het Besluit proceskosten bestuursrecht). Hanteer daarbij het bovengenoemde criterium van de CRvB.
drs. Marinus Hoorntje is zelfstandig rechtshulpverlener, werkzaam bij bureau Rincón Pardo te Waddinxveen.