De rechtbank Amsterdam heeft 3 verdachten vrijgesproken in de zogeheten Vancouver-zaak. De voormalig politieman J.P.K. is vrijgesproken van het doorspelen van vertrouwelijke politie-informatie wegens gebrek aan bewijs.Weliswaar zijn uit het onderzoek feiten en omstandigheden naar voren gekomen die als verdacht kunnen worden aangemerkt, maar het wettig bewijs ontbreekt om tot een veroordeling te kunnen komen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De rechtbank is van oordeel dat de wijze waarop vertrouwelijke communicatie tussen de verdachten is opgenomen in strijd is met de daarvoor geldende regels. Daarnaast zijn de gesprekken tussen Van E. en zijn advocaat Meijering aan te merken als geheimhoudersgesprekken zodat deze niet aan het dossier hadden mogen worden toegevoegd. Ook de eerste verhoren van Van E. moeten uitgesloten worden van het bewijs, omdat hem ten onrechte bijstand van de door hem gevraagde advocaat is geweigerd. Dit leidt tot bewijsuitsluiting in alle drie de strafzaken.
Verdachte J.P.K. wordt eveneens vrijgesproken van verduistering van vertrouwelijke politiedocumenten omdat op grond van verklaringen is gebleken dat het bezit van vertrouwelijke politiegegevens buiten de werkplek niet volstrekt ongebruikelijk was en dat er geen absoluut en kenbaar verbod gold voor het mee naar huis nemen van vertrouwelijke stukken.
Van E. is tot zes maanden gevangenisstraf veroordeeld voor hennepteelt. De rechtbank heeft met het opleggen van deze straf rekening gehouden met eerdere veroordelingen van Van E. in het kader van de Opiumwet.