Gemeenten kunnen precariobelasting heffen van personen of bedrijven die voorwerpen hebben onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Grond is voor de openbare dienst bestemd, indien de grond tot algemeen nut strekt en in beginsel iedereen belang bij die grond kan hebben. Onlangs heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in twee zaken waarin de vraag aan de orde was, of bepaalde gemeentegrond voor de openbare dienst was bestemd. De Hoge Raad overwoog dat toegankelijkheid voor publiek geen algemeen geldend vereiste is, waaraan noodzakelijkerwijze moet zijn voldaan voordat geoordeeld kan worden dat gemeentegrond voor de openbare dienst bestemd is.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Gemeenten kunnen precariobelasting heffen van personen of bedrijven die voorwerpen hebben onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Voorbeelden hiervan zijn een uithangbord dat aan de gevel van een winkel hangt boven gemeentegrond, fietsrekken of verkoopautomaten die op de stoep staan of kabels die in de grond liggen. Om precariobelasting te kunnen heffen moet de gemeente als eigenaar van de grond bevoegd zijn om het onder, op of boven de grond hebben van voorwerpen te verbieden, op dezelfde wijze dat een huiseigenaar kan verbieden dat buren hun was boven zijn grond te drogen hangen.
De gemeentegrond moet wel voor de openbare dienst bestemd zijn. Dit is het geval, indien de grond tot algemeen nut strekt en in beginsel iedereen belang bij die grond kan hebben. De precieze invulling van precariobelasting is een zaak van gemeenten. Hiervoor moet dus in de betreffende gemeentelijke belastingverordening worden gekeken.
Onlangs heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in twee zaken waarin de vraag aan de orde was, wanneer gemeentegrond voor de openbare dienst is bestemd. In beide zaken had een bedrijf met een vergunning van de gemeente een ondergronds distributiesysteem voor chemicaliën en gassen aangelegd in gemeentegrond. De leidingen en buizen waren aangelegd in speciaal hiervoor gereserveerde kabel- en leidingstroken die in de regel naast de openbare weg liggen. De stroken maken echter geen deel uit van de openbare weg, omdat de kabel- en leidingstroken niet toegankelijk zijn voor het publiek. Bovengrondse afsluiters of koppelstukken zijn omheind met een hekwerk en aan de rand van de leidingstroken staat om de 100 meter een bordje met “kabelstroken, gevaarlijke leidingen, verboden toegang” of soortgelijke bewoordingen. Bovendien liggen boven chloorleidingen extra waarschuwingstegels. De leidingstroken hebben geen officiële bestemming, maar in de praktijk wordt uitgegaan van de bestemming industrie.
Het gerechtshof oordeelde in beide zaken dat de leidingstroken niet voor het publiek toegankelijk zijn, gezien de hekken en waarschuwingen die bij de leidingstroken staan. Indien grond niet voor het publiek toegankelijk is, kan die grond ook niet voor de openbare dienst zijn bestemd, zo oordeelde het hof. Volgens het hof mocht de gemeente daarom geen precariobelasting heffen.
De Hoge Raad was het hier niet mee eens. Toegankelijkheid voor publiek is geen algemeen geldend vereiste, waaraan noodzakelijkerwijze moet zijn voldaan voordat geoordeeld kan worden dat gemeentegrond voor de openbare dienst bestemd is. Toegankelijkheid voor het publiek is slechts een vereiste, indien slechts daardoor de publieke functie die de gemeentegrond beoogt te vervullen, ook daadwerkelijk kan worden vervuld. Een openbare weg moet bijvoorbeeld ook daadwerkelijk voor het publiek toegankelijk zijn om gebruikt te kunnen worden als openbare weg.
In één van de zaken was voor het hof komen vast te staan dat de gemeente de leidingstroken had aangewezen en ingericht om daarmee het potentiële gevaar van ondergrondse leidingen beter te kunnen beheersen. Hieruit en uit de publieke taak tot handhaving van de openbare orde en veiligheid die door de wet aan de gemeente wordt opgedragen leidt de Hoge Raad af dat de grond bestemd is voor de openbare dienst. Dat de leidingstroken niet voor het publiek toegankelijk zijn maakt hierbij niet uit, aangezien publieke toegankelijkheid niet nodig is voor de functie van leidingstrook. Het betoog van het bedrijf in de andere zaak dat het gebruik van de strook slechts aan een beperkt aantal personen en bedrijven onder strenge voorwaarden was toegestaan, deed dan ook niets af aan de bestemming voor de openbare dienst van de leidingstroken. De Hoge Raad verklaarde in beide zaken het cassatieberoep van de gemeente voor wat betreft de heffing van de precariobelasting gegrond.