Deze zaak gaat over het verschoningsrecht van de apotheker. Op verzoek van de FIOD heeft de officier van justitie beslag gelegd op recepten en medicatielijsten in het kader van de verdenking van het structureel overtreden van wettelijke bepalingen over het declareren van medicijnen door een apotheek en het plegen van valsheid in geschrifte. De apotheker, die van mening was dat deze stukken onder zijn verschoningsrecht vielen, heeft aan de rechtbank Leeuwarden om teruggave van de stukken gevraagd. Dat verzoek is door de rechtbank bij beschikking van 30 augustus 2006 afgewezen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Procedure bij de Hoge Raad
De apotheker heeft beroep in cassatie ingesteld tegen deze beslissing. Zijn advocaat, mr. D.V.A. Brouwer in Utrecht, stelt dat de rechtbank ten onrechte de waarheidsvinding in de strafzaak tegen de apotheker zwaarder heeft laten wegen dan het verschoningsrecht.
Waarnemend advocaat-generaal mr. Bleichrodt heeft de Hoge Raad op 20 november 2007 geadviseerd het cassatieberoep te verwerpen.
De Hoge Raad stelt allereerst vast dat aan de apotheker een verschoningsrecht toekomt, dat ertoe dient dat patiënten zich zonder vrees dat hun persoonlijke gegevens worden geopenbaard tot hem kunnen wenden. Wel kunnen zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen waarin het verschoningsrecht moet wijken voor het belang dat de waarheid aan het licht komt. Dat is hier het geval. De samenleving moet kunnen vertrouwen op de onkreukbaarheid van de stand van de apothekers wegens hun prominente rol bij de geneesmiddelenvoorziening. Ook kunnen de gedragingen waarvan de apotheker wordt verdacht leiden tot verhoging van verzekeringspremies.
De Hoge Raad vindt dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat bestrijding van deze gedragingen een groot maatschappelijk belang dient. Het belang van de patiënten kon niet worden geschaad omdat de recepten slechts steeksproefsgewijs en geanonimiseerd zouden worden onderzocht. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep.