De bescherming van de Belgische en Nederlandse consument die een woning laat bouwen, laat te wensen over. Zo beschikt hij voor het sluiten van de overeenkomst over onvoldoende informatie over de prijs, kwaliteit en opleveringstermijn van de woning. Volgens juriste Martine Dierikx, die op 23 mei promoveerde aan de Universiteit van Tilburg, is een ander probleem dat de bescherming verschilt per type overeenkomst, zoals een aannemingsovereenkomst of een koopovereenkomst.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Het kopen van een nieuwbouwwoning is voor de meeste mensen één van de duurste en belangrijkste investeringen in hun leven. Maar een consument beschikt veelal niet over voldoende expertise om zijn belangen veilig te stellen, terwijl aan de bouw van een woning talrijke risico’s vastzitten. De juriste Martine Dierikx onderzocht hoe de ideale bescherming van de consument op de bouwmarkt eruit zou moeten zien, rekening houdend met de belangen van de verkoper of aannemer. De ideale bescherming presenteert zij in de vorm van een ‘ideaalmodel’.
In het ideale geval zouden volgens Dierikx regels bestaan die de consument en de verkoper of aannemer stimuleren goed samen te werken en te communiceren. In de bouw wordt dat inzicht al steeds vaker gedeeld, maar ook met zulke regels worden niet alle problemen voorkomen. Er moeten dus ook regels zijn voor als partijen in een conflict verzeild raken waar ze samen niet meer uitkomen.
Op grond van deze ideale situatie ging Dierikx na hoe het met de consumentenbescherming is gesteld op de Nederlandse en de Belgische woningbouwmarkt. Ze ontdekte dat de situatie nog niet ideaal is. Op grond van de huidige wettelijke koop- en aannemingsregels wordt de consument bijvoorbeeld niet goed geïnformeerd over de prijs, de opleveringsdatum en de kwaliteit van de woning. Bovendien is gebleken dat de bescherming van de consument afhankelijk is van welke regeling van toepassing is: die voor de koop, die voor de aanneming van werk enzovoort. Zo beschikt een koper niet over informatie over de vorderingen van de bouw, maar de opdrachtgever op grond van de aannemingsovereenkomst wel.
Modelcontract
Dierikx doet verschillende aanbevelingen ten aanzien van de bescherming van de Belgische en Nederlandse consument. De consument zou bijvoorbeeld over een bezinningstermijn van zeven dagen dienen te beschikken om na te gaan of hij – tegen de gestelde voorwaarden – überhaupt wel een nieuwe woning wenst. Ook zou de verschaffer van de woning verplicht moeten worden om de consument te wijzen op de prijs- en tijdgevolgen van zogenaamd ‘meerwerk’. Volgens Dierikx zou een modelcontract dat op meerdere typen overeenkomst van toepassing is, kunnen bewerkstelligen dat een consument op de bouwmarkt steeds voldoende beschermd is.
Het ideaalmodel dat Dierikx heeft ontwikkeld, kan verder nog gebruikt worden om te kijken of de consument in andere Lidstaten van de Europese Unie voldoende is beschermd en om na te gaan of een Europees juridisch beschermingskader noodzakelijk is.
Over de promotie
Martine Dierikx promoveerde op vrijdag 23 mei 2008, 14.15 uur, in de Aula van de Universiteit van Tilburg. Titel proefschrift: Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de positie van consumenten op de Nederlandse en Belgische woningmarkt. Bijdrage aan een mogelijke Europese regulering. Promotoren: prof. mr. M.A.M.C. van den Berg, prof. mr. C.E.C. Jansen.
M. Dierikx, Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de positie van consumenten op de Nederlandse en Belgische woningmarkt. Bijdrage aan een mogelijke Europese regulering (diss. Tilburg) 2008