De Centrale Raad van Beroep stelt voorop dat het hier toepasselijke functiewaarderingssysteem de zwaarte weegt van organieke functies in samenhang met de totale organisatieopbouw. Bij het vaststellen van de functiebeschrijvingen komt de staatssecretaris beleidsvrijheid toe. De rechterlijke toetsing van de organieke functiebeschrijving moet met terughoudendheid plaatsvinden.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De rechterlijke toetsing van de functiewaardering dient eveneens terughoudend te zijn. Naast de toetsing van de bestreden besluiten aan regels van geschreven en ongeschreven recht en algemene rechtsbeginselen, moet de rechter zich beperken tot de vraag of de in geding zijnde waarderingen op onvoldoende gronden berusten. De Raad gaat in dit geval uit van de juistheid van de functiebeschrijving en de functiewaardering.
Met betrekking tot de rangstoekenning ziet de Raad zich gesteld voor de vraag of de staatssecretaris bij de bestreden besluit in redelijkheid de functie van betrokkenen in de rang van adjudant-onderofficier heeft kunnen handhaven. De staatsecretaris hanteert het beleid dat, wanneer het totaal aantal punten van een functiewaardering (ruim) boven het rekenkundig gemiddelde valt, in beginsel de hoogste van de twee rangen wordt toegekend, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden die een afwijking van dat beleid rechtvaardigen.
De Centrale Raad van Beroep is van oordeel dat de staatssecretaris de onderhavige gevallen op goede gronden als bijzonder geval heeft aangemerkt.