De bestaande wetten en regels zijn niet afdoende om oneerlijke concurrentie door de overheid te voorkomen. Nieuwe gedragsregels zijn daarom nodig, aldus minister Van der Hoeven van Economische Zaken.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De minister verdedigt dit standpunt tegen kritiek van vooral regeringspartij PvdA en oppositiepartij SP. Deze fracties voelen er weinig voor de bewegingsvrijheid van de overheid op de markt te beperken, zoals de eerder dit jaar voorgestelde gedragsregels beogen. Van der Hoeven heeft de Kamer onlangs geantwoord in de schriftelijke behandeling van het omstreden wetsvoorstel, dat tot een aanpassing van de Mededingingswet moet leiden.
Waar de PvdA kampt met ‘gemengde gevoelens’ ten aanzien van de voorstellen, lijkt coalitiepartner CDA eerder nog een stap verder te willen gaan. De christendemocraten opperen zelfs een totaalverbod voor overheden om economische activiteiten te verrichten die ook door marktpartijen kunnen worden uitgevoerd. Deze suggestie van haar eigen partij vindt Van der Hoeven ’te ver gaan’.
Het kabinet wil overheden verplichten kostendekkende prijzen te rekenen voor producten of diensten die ook de markt levert. Daarbij mogen overheden geen commercieel gebruik maken van gegevens waarover ze exclusief beschikken door de uitoefening van hun publieke taak. Ook andere vormen van bevoordeling van het overheidsbedrijf worden taboe, net als vermenging van publieke en commerciële taken.
De gedragsregels zijn niet van toepassing op exclusieve overheidstaken zoals het verstrekken van paspoorten. Als er wél een concurrerende markt is, maar een dienst wordt tevens van ‘algemeen economisch belang’ geacht, dan vervallen de verplichting van kostendoorberekening en het verbod op bevoordeling. Overheden zijn vrij om te bepalen wat een dienst van algemeen belang is.
Volgens het kabinet is de wetgeving nodig omdat er nog altijd veel klachten vanuit het bedrijfsleven komen over concurrentievervalsing door de overheid. Tussen 1992 en 2004 waren er in totaal vierhonderd meldingen. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) vindt dit een gering aantal over zo’n lange periode en acht het voorstel daarom overbodig.
Volgens Van der Hoeven is dit echter het ’topje van de ijsberg’. Veel ondernemers zouden terughoudend zijn met het indienen van klachten omdat ze bijvoorbeeld voor nieuwe opdrachten weer afhankelijk zijn van de overheid. Bovendien ontbreekt tot dusverre een juridisch kader waaraan concurrentievervalsend gedrag door de overheid kan worden getoetst, en een toezichthouder voor dit soort zaken.
In het voorstel wordt de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) belast met het toezicht. Anders dan bij bedrijven die de fout ingaan, zullen overheden straks niet te maken krijgen met boetes als ze de regels negeren. ‘De regering is van oordeel dat dit niet goed past in de bestuurlijke verhoudingen.’