Minister Hirsch Ballin en staatssecretaris Albayrak van Justitie leggen de nadruk op nazorg bij de aanpak van recidive van volwassen ex-gedetineerden. Dat blijkt uit de brief met maatregelen voor recidivemindering die de bewindslieden aan de Tweede Kamer hebben gestuurd. Doel is om tijdens deze kabinetsperiode de recidive met 10%-punt te verminderen. De huidige recidivecijfers (70% binnen zeven jaar) worden door de bewindslieden ‘onaanvaardbaar’ genoemd.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Het uitgangspunt bij de nieuwe aanpak is het doorbreken van criminele levenspatronen. Daarom wordt gekozen voor een persoongerichte aanpak van recidivisten. Deze sluit aan bij het project ‘Veiligheid begint bij Voorkomen en bij de werkwijze in de Veiligheidshuizen, waar ook volgens een persoonsgerichte benadering gewerkt wordt. De bewindslieden benadrukken dat met de nieuwe aanpak preventie en repressie gecombineerd worden. “Vergelding en preventie van herhaling zijn geen tegengestelde strafdoelen: stevige, effectieve sanctietoepassing vraagt om een combinatie van beide. Werken aan gedragsverandering ter voorkoming van herhalingscriminaliteit gebeurt onder strikt toezicht en is verre van vrijblijvend. Het is een ingrijpende en passende reactie op het leed en de overlast die criminelen veroorzaken”, aldus de minister en de staatssecretaris.
Een gedragsverandering kost tijd. De proeftijd van een voorwaardelijke gevangenisstraf biedt daarvoor meer gelegenheid dan een korte onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De bewindslieden van Justitie stimuleren daarom een toename van straffen met bijzondere voorwaarden en intensivering van reclasseringstoezicht op de naleving daarvan. Voorbeelden van bijzondere voorwaarden zijn gedragstraining, ambulante behandeling, een straatverbod of een alcoholverbod. Deze voorwaarden zijn vaak ingrijpender voor een dader dan een (zeer) korte gevangenisstraf. Juist de combinatie van verschillende voorwaarden, toegespitst op de persoonlijke situatie van de dader, maakt het mogelijk dat met de strafrechtelijke reactie de kern van de individuele problematiek aanpakt.
In aansluiting op gedragsbeïnvloeding door de oplegging van bijzondere voorwaarden, achten de bewindslieden een sluitende aanpak rond de reïntegratie van ex-gedetineerden essentieel. Uit het onderzoek “Van binnen naar buiten” naar de behoefte aan en noodzaak tot ondersteuning van (ex-)gedetineerden blijkt dat zij vaak problemen hebben met hun inkomen en schulden, huisvesting en legitimatiebewijs. Daarnaast wordt aangenomen dat er sprake is van een substantiële zorgvraag. Bij 20% van de ex-gedetineerden blijkt sprake van een combinatie van problemen.
De bewindslieden nemen daarom de volgende maatregelen:
*
in samenwerking met de gemeenten wordt ervoor gezorgd dat alle justiabelen na afloop van hun detentie beschikken over een geldig legitimatiebewijs;
*
in samenwerking met het CWI wordt ervoor gezorgd dat gedetineerden worden toegeleid naar werk en/of dagbesteding;
*
er worden afspraken gemaakt met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en met de gemeenten zodat bijstandsgerechtigde gedetineerden direct bij het verlaten van de inrichting kunnen voorzien in noodzakelijke bestaanskosten;
*
in samenwerking met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de gemeenten wordt bevorderd dat bestaande huisvesting niet door korte detentie komt te vervallen;
*
onderzocht zal worden hoe de toeleiding van gedetineerden naar diverse woonvormen kan worden verbeterd en hoe het tekort aan laagdrempelige woonvormen kan worden aangepakt;
*
in samenwerking met zorgkantoren en zorgverzekeraars wordt de aansluiting tussen justitietrajecten en curatieve zorg verbeterd.
Voorts wordt in samenwerking met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een samenwerkingsmodel Justitie-gemeenten opgesteld, waarin de wederzijdse taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot alle (ex-)gedetineerden worden beschreven. Hierbij wordt ook de mogelijkheid betrokken om reeds voor de feitelijke beëindiging van de detentie het gemeentelijke reïntegratiebudget in te zetten voor toeleiding naar werk. Het samenwerkingsmodel is naar verwachting begin 2009 gereed. Het gevangeniswezen gaat onverkort door met (het verbeteren van) de informatieoverdracht van penitenaire inrichtingen naar gemeenten en maatschappelijke hulpverlening.
Omdat pas over zeven jaar kan worden vastgesteld of de doelstelling van 10%-punt recidivereductie gehaald wordt, is het WODC gevraagd een inschatting te maken van de resultaten op basis van de cijfers die al wel tijdens deze kabinetsperiode beschikbaar zijn, zodat toch tijdens deze periode reeds zichtbaar zal zijn wat de effectiviteit van de nieuwe maatregelen is.