Als u privé-vermogensbestanddelen ter beschikking stelt aan uw onderneming, kunt u ten laste van de ondernemingswinst een bepaalde (gemaximeerde) gebruiksvergoeding brengen voor zover voor het betreffende vermogensbestanddeel geen specifieke fiscale regels gelden die de aftrek op enige andere wijze beperkt of uitsluit.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De aftrekbeperking van huisvestingskosten bij de onderneming van een bij uzelf in privé gehouden bedrijfspand ziet alleen op kale huisvestingskosten (huurlasten). De overige huisvestingkosten van uw onderneming (zoals bijvoorbeeld licht, gas en water) komen volledig ten laste van het ondernemingsresultaat. Dit blijkt weer eens uit een uitspraak van Rechtbank Breda.
Als u privé-vermogensbestanddelen ter beschikking stelt aan uw onderneming, kunt u ten laste van de ondernemingswinst een bepaalde gebruiksvergoeding brengen. De aftrek bij uw onderneming bedraagt ten hoogste het voordeel uit sparen en beleggen dat bij uzelf voor deze bestanddelen in aanmerking wordt genomen zonder rekening te houden met het heffingvrije vermogen in box 3. Voor een ter beschikking gesteld vervoermiddel is de aftrekbeperking gesteld op € 0,19 per km (jaar 2008). Er geldt ook een aftrekbeperking van huisvestingskosten van een in privé gehouden (deel van een) onroerende zaak dat in de onderneming wordt gebruikt.
Rechtbank Breda heeft onlangs een uitspraak gepubliceerd over de reikwijdte van de aftrekbeperking van huisvestingskosten. In de procedure was de vraag aan de orde of gas, elektriciteit en water ook onder de aftrekbeperking van huisvestingskosten vallen. De procedure betrof een dierenartspraktijk van een echtpaar dat werd uitgeoefend in een praktijkruimte in de privé-woning van het echtpaar. In 2004 bedroegen de kosten voor licht, gas en water € 2.072. De inspecteur weigerde de aftrek van deze kosten door te stellen dat deze kosten onder de aftrekbeperking van huisvestingskosten zouden vallen.
Uit de wettekst maakte de rechtbank op dat de aftrekbeperking alleen van toepassing is op specifieke in de wet genoemde bezittingen, zoals bedoeld voor de bepaling van de rendementsgrondslag in box 3. Dit houdt in dat de aftrekbeperking beperkt is tot de gemaakte kosten die in verband met dit bezit (zoals een woning) zijn gemaakt zoals mogelijke huurkosten van een praktijkruimte, de onderhoudskosten en verzekeringskosten in verband met dat bezit. Naar het oordeel van de rechtbank zijn gas, elektriciteit en water geen bezit in de hiervoor bedoelde zin. Daardoor kan de aftrekbeperking van huisvestingskosten niet van toepassing zijn op deze kosten. De omstandigheid dat gas, elektriciteit en water in het bezit, de woning, worden gebruikt is naar de mening van de rechtbank onvoldoende om te oordelen dat dat gebruik dan moet worden aangemerkt als gebruik van dat bezit of verband houdt met dat bezit.
De rechtbank concludeerde dat de kosten van gas, elektriciteit en water volledig als ondernemingskosten in aftrek konden worden gebracht en verklaarde het beroep gegrond.
Opmerking
Op 1 januari 2005 is de fiscale behandeling van de werkruimte in de eigen woning in de inkomsten-, loon-, en vennootschapsbelasting gewijzigd. Een ruimte wordt fiscaal pas als werkruimte behandeld als deze een zelfstandig gedeelte van een woning vormt en intensief wordt gebruikt voor de verwerving van inkomen.
De werkruimte moet een zodanige zelfstandigheid bezitten dat de ruimte duidelijk is te onderscheiden door uiterlijke kenmerken, bijvoorbeeld door een eigen opgang of ingang. Ook de voorzieningen in de werkruimte (zoals onder meer eigen sanitair) kunnen echter van belang zijn ter bepaling van de zelfstandigheid.
Een substantieel deel van het inkomen moet in de zelfstandige ruimte worden verdiend. Als men over een werkruimte elders beschikt, moet tenminste 70% van het inkomen in de ruimte thuis worden verdiend. Als men niet elders de beschikking heeft over een werkruimte, moet tenminste 30% van het inkomen in de ruimte thuis worden verdiend.
Maximaal aftrekbaar is 4% van de waarde over de werkruimte (bij huurwoningen: een deel van de huur) plus een evenredig deel van de kosten die in huurverhoudingen door een huurder zouden worden betaald. Een onzelfstandige werkruimte (slaapkamer, zolderkamer) en een zelfstandige werkruimte waarin onvoldoende wordt gewerkt, blijven onderdeel van de eigen woning en daarmee van de regeling van het eigenwoningforfait.