Dit heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 oktober 2008 beslist in een procedure die was aangespannen door enkele aandelenlease-beleggers in verband met het zogeheten “Dexia Aanbod”. Het “Dexia Aanbod” is een voorstel dat Dexia in 2003, ruim twee jaar vóór de totstandkoming van de “Duisenberg-regeling”, heeft gedaan aan personen met wie zij eerder een aandelenlease-overeenkomst had gesloten waaruit, na verkoop van de geleaste aandelen, een “restschuld” zou kunnen ontstaan.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Het voorstel voorzag in een verruiming van de mogelijkheden voor de afwikkeling van zo’n schuld (in vergelijking met het bepaalde in de aandelenlease-overeenkomsten), onder andere door de mogelijkheid van verstrekking van een renteloze lening door Dexia waarmee de restschuld kon worden betaald. Ongeveer 86.000 mensen hebben van de regeling van het “Dexia Aanbod” gebruik gemaakt.
Het hof heeft alle argumenten van de procederende beleggers dat op grond van het “Dexia Aanbod” gesloten overeenkomsten nietig of vernietigbaar zouden zijn, verworpen. Dexia heeft de (destijds geldende) Wet op het consumentenkrediet niet overtreden, er is (in de door het hof behandelde gevallen) geen sprake geweest van bedrog of misbruik van omstandigheden door Dexia en lease-beleggers die het “Dexia Aanbod” hebben aanvaard, kunnen daar niet onder uit met een beroep op dwaling. Bovendien kunnen de in de procedure bestreden voorwaarden van het “Dexia Aanbod”, zoals neergelegd in de op grond daarvan gesloten overeenkomsten, niet “onredelijk bezwarend” voor de beleggers (en daarom vernietigbaar) worden geacht. Verwijten aan Dexia met betrekking tot de aandelenlease-overeenkomsten kunnen niet tot andere oordelen leiden, aangezien de op grond van het “Dexia Aanbod” tot stand gekomen overeenkomsten aparte overeenkomsten zijn, die van de lease-overeenkomsten moeten worden onderscheiden.
Door aanvaarding van het “Dexia Aanbod” tot stand gekomen overeenkomsten zijn dus geldig en voor de contracterende partijen bindend.
De (op 25 januari 2007 door het hof verbindend verklaarde) “Duisenberg-regeling” bevat overigens een bijzondere bepaling met betrekking tot het “Dexia Aanbod”: wie op grond daarvan met Dexia een renteloze lening is aangegaan ter voldoening van een “restschuld”, kan onder bepaalde voorwaarden aanspraak maken op kwijtschelding van éénderde deel van die lening.