Voor het eerst sinds 17 februari 2005, de datum waarop de zogeheten ‘denied boarding verordening’ inwerking trad, heeft de minister van Verkeer en Waterstaat onderkend dat hij verplicht is om de rechten van individuele luchtreizigers actief te doen naleven.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Dit althans is af te leiden uit een brief die op 16 oktober 2008 door de minister aan Turkisch Airlines is verzonden. In de brief wordt de vliegmaatschappij een dwangsom in het vooruitzicht gesteld, zolang het in gebreke blijft om aan een gezin uit Heerhugowaard een financiële compensatie van in totaal € 1.600,- te betalen.
Het gezin kreeg ingevolge voornoemde verordening automatisch recht op de compensatie toen het op 20 oktober 2006 werd geconfronteerd met een annulering van de door hen geboekte vliegreis. Turkish Airlines was destijds echter niet bereid om de compensatie te betalen, terwijl de minister op zijn beurt weigerde om de vliegmaatschappij er alsnog toe te dwingen. Een juridische strijd tussen het gezin en de minister volgde. Die strijd werd namens het gezin gevoerd door mr. Marinus Hoorntje van Reisrecht.nl.
De hoofdvraag daarbij was of de minister wettelijk verplicht is om nalatige vliegmaatschappijen te dwingen tot eerbiediging van de rechten van individuele luchtreizigers. Sinds 16 oktober 2008 is het antwoord van de minister hierop, anders dan voorheen, dus niet langer ontkennend.
Het gevolg hiervan is dat de reiziger die wordt geconfronteerd met een annulering van zijn vlucht of een instapweigering, ter verkrijging van financiële compensatie niet langer genoodzaakt is om dure juridische hulp of de rechter in te schakelen. Hij kan volstaan met indiening van een handhavingsverzoek bij de minister van Verkeer en Waterstaat.