De boordcomputer taxi registreert rij- en rusttijden en ritgegevens van de chauffeurs. Het doel van deze digitalisering is dat overheidsinspecties efficiënter kunnen controleren en fraude met rittenadministratie beter kunnen tegengaan. Ten behoeve van de klanten kan de boordcomputer tevens bonnen uitdraaien met de rit- en prijsgegevens. Het CBP heeft de minister van Verkeer en Waterstaat geadviseerd over de verwerking van de gegevens met behulp van het nieuwe digitale systeem. Het CBP is van oordeel dat met de privacybelangen van betrokkenen voldoende rekening is gehouden.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De gegevens die de boordcomputer registreert, zijn onder meer de kilometerstand, arbeids- en rusttijden van de chauffeurs, locatie van vertrek en aankomst van elke rit, de afstand en de prijs van het vervoer. De chauffeur moet zelf handmatig invoeren of sprake is van een beladen of van een onbeladen rit. Om mogelijke fraude hiermee tegen te gaan worden periodiek positiegegevens van de taxi opgeslagen. De geregistreerde positiegegevens zijn persoonsgegevens in de zin van de Wbp. Hiervan moet worden vastgesteld dat het noodzakelijk is dat zij worden opgeslagen. Tevens moeten maatregelen zijn getroffen om de privacy van de chauffeur te beschermen.
Aan beide voorwaarden is naar het oordeel van het CBP in de voorstellen van V&W voldaan. Om na te kunnen gaan of chauffeurs wellicht taxivervoer verrichten zonder daarbij de verplichte registratie bij te houden, is het noodzakelijk altijd de positiegegevens van de taxi bij te houden. De inzet van toezichthouders die door middel van zichtwaarnemingen kunnen nagaan of wellicht sprake is van fraude, is als mogelijk alternatief voor deze vorm van registratie niet reëel.
Om de privacy van chauffeurs zoveel mogelijk te waarborgen, worden de positiegegevens uitsluitend decentraal opgeslagen in de boordcomputer. Er vindt dus geen grootschalige centrale verwerking van persoonsgegevens plaats, waardoor het risico van ongewenst gebruik van deze gegevens laag is . Verder is de inzage in de gegevens tot een minimum beperkt. Inzage mag alleen plaatsvinden bij een vermoeden van overtreding van het Besluit personenvervoer 2000 en technisch is het daarbij zo geregeld dat de positiegegevens niet zomaar kunnen worden ingezien – daarvoor zijn twee verschillende controleurs nodig.