De nieuwe kledingvoorschriften zoals voorgesteld door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn onderwerp van discussie. Niet alleen waar het gaat om het verbieden van piercings, tatoeages en geverfd haar, maar ook bij godsdienstige uitingen zoals een hoofddoek. Bij dat laatste onderwerp is de vrijheid van godsdienst in het geding en daarom laat de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) zich erover uit.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Het is in deze belangrijk onderscheid te maken tussen uniform en niet-uniform taken.
Uniform taken
Eerder adviseerde de CGB de minister over uniformvoorschriften en het al dan niet toestaan van geloofsuitingen. Gezien de bijzondere taak van de politie is het aan de minister om hierover te besluiten. Strikte uniformvoorschriften die geen uitzonderingen voor geloofsuitingen toelaten, zijn toegestaan als hier sterke argumenten voor zijn. Deze voert de minister nu aan in termen van: neutraliteit, gezag en veiligheid.
In een recent oordeel sprak de CGB zich uit voor terughoudendheid in het aanwijzen van politietaken als uniformtaak. Immers, als de combinatie uniform en godsdienstige uitingen niet is toegestaan, heeft dat gevolgen voor vrouwen die om geloofsredenen een hoofddoek dragen.
Niet-uniform taken
Het nieuwe voorstel van de minister gaat uit van de zogenoemde lifestyle neutraliteit voor alle publieksfuncties. Dus ook voor politiemedewerkers die ‘in burger’ publiekscontacten hebben. Dit zou kunnen betekenen dat sommige politiemedewerkers voortaan alleen nog in een afgeschermde kantoorfunctie kunnen werken. Dat geldt voor politiemedewerkers met bijvoorbeeld opvallende tatoeages, maar ook voor vrouwen die om geloofsredenen een hoofddoek dragen.
Terughoudendheid geboden
Om onnodige uitsluiting tegen te gaan genieten religieuze uitingen wettelijke bescherming. Niet alleen nationaal (Grondwet, Algemene wet gelijke behandeling), maar ook internationaal (verdragen). Deze wettelijke bescherming van de vrijheid van godsdienst kan alleen onder omstandigheden wijken voor andere zwaarwegende belangen en rechten. Het is de vraag of dat altijd het geval is bij politiemedewerkers in niet-uniform dienst. De CGB pleit er daarom voor dat minister en politievakbonden terughoudend zijn bij het vaststellen van kledingvoorschriften voor niet ge-uniformeerde politiemedewerkers met publiekscontacten.