De door de belastingdienst vastgestelde vormgeving van lijfrente-renseignementen kan leiden tot het ten onrechte berekenen van revisierente over lijfrenteuitkeringen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Tot dit oordeel kwam Rechtbank Breda. Als een verzekeraar naar de belastingdienst een lijfrente-renseignement verzendt, dan kan daarin niet worden aangegeven dat het een afkoopsom van een zogeheten pré-brede-herwaardering-lijfrente (lijfrentecontract van vóór 1 januari 1992) betreft. Over afkoopsommen van pré-brede-herwaardering-lijfrenten is geen echter revisierente verschuldigd. Bij ontvangst van een lijfrente-renseignement zal de inspecteur mogelijk ten onrechte de aftrek van lijfrentepremies in het verleden terugnemen en revisierente berekenen. Deze rente bedraagt in beginsel 20% van de waarde in het economische verkeer van de aanspraak.
Het gebrek in de vormgeving van een lijfrente-renseignement rekende de rechtbank de belastingdienst aan. De inspecteur werd veroordeeld tot de kosten van de bezwaar- en beroepsfase, ook al was het beroep niet-ontvankelijk omdat de inspecteur de beschikking revisierente in de bezwaarfase had vernietigd.
Betaalde lijfrentepremies zijn onder voorwaarden aftrekbaar als uitgaven voor inkomensvoorzieningen. Als iemand zich gedurende de looptijd van de lijfrenteovereenkomst niet aan de overeenkomst houdt (bijvoorbeeld door de lijfrente af te kopen), dan staan hierop enkele sancties. Zo zal de aftrek van lijfrentepremies in het verleden worden teruggenomen en als negatieve uitgaaf voor inkomensvoorzieningen zijn belast tegen het progressieve tarief in de inkomstenbelasting. Daarnaast zal ook de zogenoemde revisierente zijn verschuldigd. Deze rente bedraagt in beginsel 20% van de waarde in het economische verkeer van de aanspraak. De revisierente wordt echter niet in rekening gebracht voor afkoopsommen van zogenoemde pré-brede-herwaardering-lijfrenten. Dit zijn lijfrentecontracten van vóór 1 januari 1992.
Levensverzekeraars hebben een zogenoemde renseigneringsplicht, op basis waarvan zij bepaalde gegevens en inlichtingen betreffende de contracten aan de belastingdienst (doorlopend dan wel jaarlijks) dienen te verstrekken. De door de belastingdienst vastgestelde vormgeving van lijfrente-renseignementen kan echter leiden tot het ten onrechte berekenen van revisierente over lijfrenteuitkeringen. Tot dit oordeel kwam onlangs Rechtbank Breda. Als een verzekeraar naar de belastingdienst een lijfrente-renseignement verzendt, dan kan daarin niet worden aangegeven dat het een afkoopsom van een pré-brede-herwaardering-lijfrente betreft.
Bij ontvangst van een lijfrente-renseignement zal de inspecteur daardoor mogelijk ten onrechte de aftrek van lijfrentepremies in het verleden terugnemen en revisierente berekenen. Dit gebrek in de vormgeving van een lijfrente-renseignement rekende de rechtbank in de onderhavige procedure de belastingdienst aan. De inspecteur werd veroordeeld tot de kosten van de bezwaar- en beroepsfase, ook al was het beroep niet-ontvankelijk, omdat de inspecteur de beschikking revisierente in de bezwaarfase inmiddels had vernietigd. De zaak was toch nog voor de rechtbank gekomen, omdat hij weigerde een kostenvergoeding voor de bezwaarfase te verstrekken.
Opmerkingen
Men heeft volgens de wet de mogelijkheid om tegenbewijs te leveren dat de revisierente minder zou moeten bedragen, namelijk het bedrag dat aan heffingsrente verschuldigd zou zijn als navordering mogelijk zou zijn. De tegenbewijsregeling is alleen mogelijk als de datum waarop de aanspraak op de lijfrente is bedongen, minder dan tien jaar ligt vóór het jaar waarin de lijfrentepremieaftrek als negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen wordt teruggenomen. De staatssecretaris van Financiën heeft hierover op 24 maart 2003 ook een besluit uitgevaardigd.
Het wetsvoorstel Belastingplan 2009 bevat met betrekking tot de revisierente een tegemoetkomende regeling voor de afkoop van kleine (vaak premievrijgemaakte) lijfrenteverzekeringen. Het wetsvoorstel voorziet namelijk onder voorwaarden in een fiscaalverzachtende afkoopregeling voor lijfrentecontracten waarvan de waarde niet meer bedraagt dan € 4.000 (jaarlijks te indexeren). Dit leidt er onder meer toe dat er geen revisierente wordt berekend. Dit betekent echter niet dat er een verplichting (of een recht) bestaat om kleine lijfrentekapitalen af te kopen. Men kan dit zelf met de verzekeraar overeenkomen. Dezelfde afkoopregels zullen overigens gelden voor de lijfrentespaarrekening en het lijfrentebeleggingsrecht.