Rechtbank Den Haag heeft onlangs beslist dat het beroepschrift van een bv tegen een tweede uitspraak op bezwaar toch ontvankelijk was. De inspecteur had onder de gegeven omstandigheden bij de bv zodanige verwarring veroorzaakt, dat het de bv niet kon worden verweten dat deze ervan was uitgegaan dat de beroepstermijn pas aanving daags na de dagtekening van de tweede uitspraak op bezwaar.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Zo bevatte de tweede uitspraak op bezwaar een rechtsmiddelenverwijzing en verschafte het duidelijkheid over de handhaving van de opgelegde boetes bij de naheffingsaanslagen in kwestie. Het beroepschrift was buiten de beroepstermijn van de eerste uitspraak op bezwaar was ingediend, maar binnen zes weken na dagtekening van de tweede uitspraak op bezwaar.
De rechtbank oordeelde dat sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding. Het verzet tegen de niet-ontvankelijkverklaring van het beroep de bv was gegrond. De rechtbank gaat nu het beroepschrift van de bv inhoudelijk beoordelen.
Formeel kan de inspecteur slechts eenmaal uitspraak op bezwaar doen. In een procedure voor Rechtbank Den Haag had de inspecteur enkele weken na een eerste uitspraak op bezwaar echter ook een ‘tweede uitspraak op bezwaar’ gedaan. Deze tweede uitspraak bevatte eveneens een rechtsmiddelenverwijzing en verschafte voorts duidelijkheid over de handhaving van de opgelegde boetes bij de naheffingsaanslagen omzetbelasting in kwestie.
De bv stelde alleen tegen de tweede uitspraak beroep in. Het beroepschrift kwam later dan zes weken na dagtekening van de eerste uitspraak op bezwaar bij Rechtbank Den Haag binnen, maar nog net binnen de beroepstermijn van zes weken na de dagtekening van de tweede uitspraak op bezwaar. Rechtbank Den Haag verklaarde het beroepschrift van de bv wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk.
De bv tekende bij Rechtbank Den Haag met succes verzet aan tegen dit oordeel van de rechtbank. De rechtbank stelde voorop dat slechts eenmaal uitspraak op bezwaar kan worden gedaan en dat in dit geval de eerste uitspraak op bezwaar aan alle wettelijke eisen daartoe voldeed. De rechtbank was echter van oordeel dat inspecteur onder de gegeven omstandigheden bij de bv in zulke mate verwarring had veroorzaakt, dat het de bv niet verweten kon worden dat deze ervan was uitgegaan dat de beroepstermijn pas was aangevangen daags na dagtekening van de tweede uitspraak op bezwaar.
De rechtbank vond dat sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding en verklaarde het verzet van de bv tegen de niet-ontvankelijkverklaring van het beroep gegrond. De rechtbank gaat nu het beroepschrift van de bv inhoudelijk beoordelen.