Bij het opstellen van huwelijkse voorwaarden is het voor echtgenoten mogelijk om een periodiek verrekenbeding op te nemen. Dit houdt in dat zij bijvoorbeeld hun jaarlijkse niet-bestede (gespaarde) inkomsten onderling verrekenen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Echtgenoten kunnen zelf nader invulling geven aan het begrip ‘inkomsten’. Als één van beide echtgenoten ondernemer is, kan hij of zij naast zijn of haar salaris ook beschikken over de opgepotte winsten in de onderneming. De vraag is of deze onder het inkomensbegrip van het periodiek verrekenbeding vallen.
Hof ‘s-Gravenhage bepaalde in een specifiek geval dat de in de bv van de man opgepotte winsten niet onder het inkomensbegrip van het verrekenbeding vielen en dat de vrouw hierdoor alleen recht had op de verrekening van de gespaarde netto-inkomsten uit arbeid.
Een man en vrouw zijn in 1986 gehuwd onder huwelijkse voorwaarden, waarin een periodiek verrekenbeding is opgenomen. In het algemeen betekent dit dat ieder van de echtgenoten zijn of haar eigen privévermogen heeft. Door het opnemen van een periodiek verrekenbeding in de huwelijkse voorwaarden wordt bereikt dat de echtgenoten jaarlijks het netto-inkomen uit arbeid onderling gelijkelijk verrekenen, voor zover dat niet is besteed voor de huishouding. Het begrip ‘inkomen’ kan door ieder echtpaar zelf worden ingevuld in hun huwelijkse voorwaarden. In dit geval was het volgende opgenomen in het periodieke verrekenbeding:
“Per einde van elk kalenderjaar voegen de echtgenoten, ter verdeling bij helfte, bijeen, hetgeen van hun netto-inkomsten uit arbeid niet is besteed ter dekking van de kosten van de huishouding of op andere wijze aan beide ten goede is gekomen. Het recht verdeling te vorderen vervalt na verloop van één jaar na het einde van het kalenderjaar waarop de verdeling betrekking heeft.”
Op grond van dit verrekenbeding moeten de echtgenoten hun netto-inkomsten uit arbeid jaarlijks verrekenen. De man is een directeur-grootaandeelhouder (dga) van een bv. Zijn vrouw werkte al vanaf haar veertiende jaar in deze onderneming. In 2004 heeft het echtpaar de scheiding aangevraagd. Vervolgens was het de vraag wat exact dient te worden verstaan onder netto-inkomsten uit arbeid volgens het periodiek verrekenbeding. Volgens de vrouw moest hieronder – naast het salaris van de man – mede de opgepotte winsten in de bv worden verstaan. De man bestreed dit.
De huwelijkse voorwaarden dienen te worden uitgelegd aan de hand van de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan het verrekenbeding mochten toekennen en wat zij redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (het zogenoemde Haviltex-criterium).
Welke omstandigheden spelen in deze zaak een rol? De man exploiteerde de onderneming al vóór het huwelijk in de vorm van een eenmanszaak. De balans was in de overeenkomst van de huwelijkse voorwaarden opgenomen. Uit de huwelijkse voorwaarden volgde expliciet dat de onderneming door de man is aangebracht. Hierdoor wist de vrouw dat de onderneming van hem was. De man was al vóór het huwelijk bezig met de omzetting van de eenmanszaak in een bv. Volgens de man heeft de notaris de inhoud van de huwelijkse voorwaarden en de akte van oprichting van de bv uitgelegd.
Volgens Hof ’s-Gravenhage waren in deze zaak de volgende omstandigheden relevant:
- de formulering van het inkomensbegrip in de huwelijkse voorwaarden, waarin niet was opgenomen dat hieronder ook ondernemingswinsten worden begrepen;
- het feit dat de balans van de onderneming in de overeenkomst van huwelijkse voorwaarden was opgenomen;
- de vrouw wist dat de man ondernemer was;
- het is niet de bedoeling geweest van de man dat de vrouw enige aanspraak op de onderneming zou verkrijgen;
- de inhoud van de huwelijkse voorwaarden voor het aangaan zijn besproken met de notaris.
Op grond van deze omstandigheden kwam het hof tot de conclusie dat de man in redelijkheid erop mocht vertrouwen dat de vrouw geen aanspraken zou krijgen op de onderneming en dat met het begrip ‘inkomen’ volgens het periodiek verrekenbeding uitsluitend de netto-inkomsten uit arbeid werden bedoeld.
Uit deze hofuitspraak blijkt wederom dat het van belang is dat beide echtgenoten zich voor het ondertekenen goed realiseren wat hun huwelijkse voorwaarden exact inhouden. Het is ook van belang om tijdens het huwelijk de huwelijkse voorwaarden af en toe opnieuw tegen het licht te houden om te zien of de inhoud nog in overeenstemming is met de wensen en veronderstellingen van de echtgenoten.