Op 2 juni jl. wees het hof ’s-Hertogenbosch arrest in een zaak waarbij de Ontvanger stelde dat een vennootschap onrechtmatig jegens hem had gehandeld doordat sprake was van een schijnconstructie tussen twee vennootschappen, nu de vennootschap welke in deze procedure als procespartij optrad, werkzaamheden op dezelfde voet voortzette met het oogmerk voor de Ontvanger de mogelijkheden om zijn vordering te verhalen te bemoeilijken of onmogelijk te maken.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
In deze kwestie waren twee vennootschappen nauw aan elkaar gelieerd. Dat kwam reeds tot uiting in de namen van de vennootschappen, maar ook het logo, beeldmerk briefpapier, adres, telefoonnummer en het faxnummer waren gelijkluidend. Bovendien werden de vennootschappen door dezelfde bestuurder geleid.
Op het moment dat er een naheffingsaanslag werd opgelegd aan een der vennootschappen, sloten de vennootschappen een overeenkomst, waarin een der vennootschappen haar activiteiten overdroeg, waarbij om niet van de faciliteiten van de overdragende vennootschap gebruik mocht worden gemaakt. Bovendien werd in de betreffende overeenkomst een verband gelegd tussen de naheffingsaanslag en de overdracht van de activiteiten, te weten dat de overdracht plaatsvond totdat de naheffingsaanslag zou worden vernietigd en de invordering zou worden gestaakt. Hoewel de verkrijgende vennootschap een geheel andere doelomschrijving had dan de overdragende vennootschap- het betrof scheepsreparatiewerkzaamheden- wijzigde de feitelijke werkzaamheden niet.
Het hof oordeelde dat in casu misbruik is gemaakt van het identiteitsverschil tussen beide ondernemingen om verhaal van de Ontvanger op door opdrachtgevers te betalen bedragen te verijdelen. Het hof achtte deze handelwijze onrechtmatig met als gevolg dat de gedaagde onderneming de daardoor veroorzaakte schade aan de Ontvanger dient te vergoeden.
Ten slotte is ten aanzien van de omvang van de schade het volgende op te merken. Het hof is van oordeel dat nog niet kon worden vastgesteld dat de door de Ontvanger geleden schade gelijk is aan het bedrag van de naheffingsaanslag. Bovendien staat nog niet vast dat de Ontvanger voor het volledige bedrag van de naheffingsaanslag verhaal had kunnen vinden bij de verkrijgende vennootschap. De Ontvanger heeft hierbij terecht aangevoerd dat hij dient te worden gebracht in een positie alsof de onrechtmatige daad niet heeft plaatsgevonden, waarbij de Ontvanger aannemelijk dient te maken in welke positie hij dan zou hebben verkeerd. De schade dient dan ook te worden opgemaakt bij staat.
mr. P.H. Bossema- de Greef, BANNING Advocaten