Op 26 juni 2009 heeft de Hoge Raad wederom een arrest gewezen waarin zij bevestigt dat bestuurders van een vennootschap persoonlijk aansprakelijk zijn jegens een schuldeiser van de vennootschap, indien de bestuurder namens de vennootschap verplichtingen is aangegaan terwijl hij wist of redelijkerwijze moest begrijpen dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen en geen verhaal zou bieden voor de schade die de wederpartij ten gevolge van die wanprestatie zou lijden (de zogenoemde Beklamel-norm).
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
In dit geval ging het, eenvoudig gezegd, om twee vennootschappen, Eurocommerce en X, die samen een nieuwe vennootschap, Vista, hebben opgericht. Eurocommerce en X worden tevens bestuurder van Vista. Vista werd gefinancierd door Fortis. Op enig moment wenst Vista deze financiering uit te breiden. Zij treedt hierover in overleg met Fortis. Fortis is echter van mening dat de balans van Vista niet voldoet aan de overeengekomen solvabiliteitsratio van 30% en is daarom niet bereid de kredietlimiet voor Vista te verhogen.
Uiteindelijk wordt door Fortis een krediet aangeboden aan Vista , een bedrag ter grootte van € 1.350.000. In ruil hiervoor verlangt Fortis zekerheid in de vorm van een kapitaalinstandhoudingsverklaring (KIV) van zowel Eurocommerce als X. Meneer Y, bestuurder van X, ondertekent de KIV, waarna ook Eurocommerce deze ondertekent. Korte tijd later blijkt uit een liquiditeitsoverzicht van Vista dat bijstorting van een bedrag van € 350.000 noodzakelijk is. Eurocommerce schrijft X aan met het verzoek om € 175.000 bij te storten en meldt dat zij dit zelf ook zal doen. X schrijft terug dat zij geen gevolg kan geven aan dit verzoek, omdat zij niet over voldoende middelen hiertoe beschikt. X blijkt afhankelijk te zijn van een externe financier, die niet bereid is te betalen.
Kort hierop gaat Vista failliet en worden Eurocommerce en X aangesproken door Fortis tot terugbetaling van het volledige verleende krediet van € 1.350.000 op grond van de door hen ondertekende KIV. Eurocommerce voldoet dit bedrag aan Fortis en probeert regres te nemen op X. X biedt op dat moment echter geen verhaal omdat zij nog altijd geen geld krijgt van haar externe financier.
Eurocommerce heeft hierop een procedure bij de rechtbank aanhangig gemaakt, waarin zij deze schade op X en diens bestuurder Y wil verhalen op grond van een door X en Y jegens haar gepleegde onrechtmatige daad. Deze is onrechtmatige daad is gelegen in het feit dat X en haar bestuurder Y ten tijde van het ondertekenen van de KIV al wisten, althans redelijkerwijs konden weten, dat zij hun verplichtingen op grond van deze KIV niet na zouden kunnen komen. Desondanks hebben zij de KIV ondertekend. Eurocommerce zou deze KIV op haar beurt nooit hebben ondertekend als X dit niet ook had gedaan. X heeft Eurocommerce aldus blootgesteld aan het voor haar niet kenbare risico dat het gehele bedrag van de KIV door Fortis op haar alleen zou worden verhaald, zonder dat zij regres kon nemen op X. Eurocommerce heeft hiermee door toedoen van X jegens Fortis een risico op zich genomen dat wezenlijk groter was dan zij wist of kon begrijpen. Aldus hebben X en haar bestuurder Y jegens Eurocommerce onrechtmatig gehandeld.
De rechtbank heeft de vordering van Eurocommerce in eerste aanleg afgewezen. In hoger beroep heeft het Hof Eurocommerce echter in het gelijk gesteld en X en Y veroordeeld tot betaling van het volledige bedrag van € 1.350.000 aan haar. De Hoge Raad is van mening dat het Hof aldus juist heeft geoordeeld en laat het arrest van het Hof in stand.
mr. L. Wijnbergen, BANNING Advocaten