Op 5 juni jl. oordeelde de Hoge Raad onder andere dat een belastingadviseur zich moeten beperken tot het geven van een advies waarin de in het specifieke geval in aanmerking komende fiscale mogelijkheden zijn omschreven. De belastingadviseur behoeft niet te wijzen op fiscale faciliteiten die weliswaar hier in theorie van toepassing zouden kunnen zijn doch wel van redelijkerwijs valt uit te sluiten dat zij in de gegeven omstandigheden voor toepassing in aanmerking komen. Dit arrest is ook voor andere beroepsbeoefenaars van belang.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Feiten
Eiser 1 in cassatie was van 1983 tot 1 januari 1989 vennoot van een accountantsmaatschap. Op 4 november 1988 heeft hij aan verweerder 1, die toen werkzaam was als senior fiscaal compagnon in een maatschap die later is opgegaan in Deloyd, opdracht gegeven hem te adviseren over de fiscale gevolgen van zijn (eiser 1) uittrede uit de maatschap in verband waarmee hem een bedrag van fl. 1.235.000,– als uittreedsom toekwam. Verweerder 1 adviseerde een geruisloze inbreng van de onderneming van eiser 1 bestaande in diens gerechtigdheid in de maatschap, in een uiterlijk 1 april 1989 op te richten besloten vennootschap. Deze vennootschap is op 22 maart 1989 opgericht. De belastingdruk zou volgens het advies fl. 405.000,– bedragen. Het verzoek tot geruisloze inbreng is evenwel door de belastingdienst afgewezen. Dit resulteerde in een belastingaanslag van fl. 588.333,– welk bedrag, na een bezwaar in beroep op de grond van een op 20 juni 1996 gesloten compromis is verminderd tot fl. 480.000,–.
Eiser 1 vorderde van verweerders schadevergoeding ten belopen van fl. 822.301,– wegens een door verweerder 1 gemaakte beroepsfout, hierin bestaande dat:
- hij niet had geadviseerd gebruik te maken van de belastingfaciliteiten die voortvloeien uit de zogenaamde ruilarresten;
- hij niet zondermeer tot geruisloze inbreng had mogen adviseren;
- hij niet een kansloos beroep bij het Hof had mogen instellen, met alle daaraan verbonden kosten;
- niet jarenlang onnodig advieskosten had mogen veroorzaken.
De rechtbank Amsterdam wees de vordering in 2005 af. Eisers stelden appèl in. De vordering werd echter door het hof voor een bedrag van fl. 54.285,27 toegewezen. Eisers stelden cassatie in. Verweerders stelden incidenteel cassatieberoep in.
Oordeel van de Hoge Raad
De Hoge Raad vernietigde het arrest van het Hof en verwees de zaak naar haar terug. Het oordeel van het Hof dat in het advies alle fiscale faciliteiten, en daarmee ook de mogelijkheid van de rouwarresten, betrokken hadden moeten worden, getuigd volgens de Hoge Raad van een onjuiste rechtsopvatting. Een belastingadviseur zal zich moeten beperken tot het geven van een advies waarin de in het specifieke geval – hier: een uit de maatschap uittredende accountant die in verband daarmee een uittreedsom ontvangt en die nadien en enigerlei vorm de accountancy wil blijven uitoefenen – in aanmerking komende fiscale mogelijkheden zijn omschreven en behoeft niet te wijzen op fiscale faciliteiten die weliswaar hier in theorie van toepassing zouden kunnen zijn doch wel van redelijkerwijs valt uit te sluiten dat zij in de gegeven omstandigheden voor toepassing in aanmerking komen. Voorts heeft het Hof er volgens de Hoge Raad aan voorbij gezien dat in het bedrag van fl. 19.000,– een advies over de rouwarresten niet is begrepen. Als de gestelde beroepsfout, aangenomen dat deze naar verwijzing zou komen vast te staan, achterwege was gebleven, had één der eisers de kosten van advisering over dit onderwerp moeten betalen, zodat hij in zoverre geen schade heeft geleden die voor vergoeding in aanmerking komt. Na verwijzing zal moeten worden beoordeeld wat de omvang van de schadevergoeding zal zijn.
mr. P.H. Bossema- de Greef, BANNING Advocaten