Onder dagtekening 18 juni 2007 heeft de gemachtigde het bezwaarschrift tegen het besluit van 14 mei 2007 ter post bezorgd. Het bezwaarschrift was gericht aan het College met een onjuist postbusnummer en onjuiste postcode. Het bezwaarschrift is wegens onjuiste adressering door TNT post aan de gemachtigde geretourneerd, die dit vervolgens op 29 juni 2007 ten kantore van het College heeft overhandigd.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Het College heeft het bezwaar tegen het besluit van 14 mei 2007 wegens niet verschoonbare overschrijding van de bezwaartermijn niet-ontvankelijk verklaard.
De Centrale Raad van Beroep onderschrijft het oordeel van de rechtbank die bij de aangevallen uitspraak het beroep ongegrond heeft verklaard. Daartoe heeft de rechtbank overwogen dat in lijn met de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 9 april 2008 ([url]LJN BC9038[/url]) in dit geval door de bezorging bij de gemachtigde, na retournering van het betrokken poststuk door TNT post, een einde is gekomen aan de verzending van het bezwaarschrift van 18 juni 2007.
De latere overhandiging van het bezwaarschrift heeft plaatsgevonden na afloop van de bezwaartermijn, welke ingevolge artikel 6:7 in verbinding met artikel 6:8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) eindigde op 25 juni 2007, niet kan worden gezien als een voortzetting van de verzending per post, zodat artikel 6:9, tweede lid, van de Awb daar niet op van toepassing was.
De rechtbank heeft geen termen gezien om het niet tijdig indienen van het bezwaarschrift op grond van artikel 6:11 van de Awb verschoonbaar te achten. In het besluit van 14 mei 2007 is het correcte adres van het College vermeld. De gemaakte vergissing bij de adressering is geheel toe te rekenen aan de gemachtigde van appellante sub 1 en betrokkene en komt daarmee voor hun risico.