De Europese Grondwet stelt Nederland in staat sterker te worden en toch zichzelf te blijven, aldus staatssecretaris voor Europese Zaken Atzo Nicolaï in de Volkskrant van dinsdag 15 maart. Anders dan professor Verbon eerder suggereerde (Forum, 10 maart) houdt Nederland na een ‘ja’ bij het referendum op 1 juni de zeggenschap over de eigen sociale zekerheid, betoogt Nicolaï.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Vorig jaar kreeg Europa haar eigen 9/11. Op 11 maart 2004 pleegden extremistische moslims een aantal bloedige aanslagen op treinen in Madrid- het is zojuist herdacht. Iedereen begrijpt dat je dit soort terrorisme niet in je eentje kunt bestrijden. Daarvoor heb je een Europese vuist nodig. De Europese Grondwet, waarover Nederland op 1 juni stemt, geeft die vuist meer stootkracht.
Als het om terrorismebestrijding gaat, is het belang van Europa overduidelijk. En dat geldt voor nog veel meer onderwerpen. Om maar wat te noemen: door de Europese Unie is de welvaart in de EU de afgelopen tien jaar met bijna 900 miljard euro toegenomen, zijn er 2,5 miljoen banen extra bijgekomen, kennen we al 60 jaar geen oorlog meer, voldoet ons voedsel aan hoge kwaliteitsnormen en werken we gezamenlijk aan een schoner milieu.
Maar wat heeft de Europese Grondwet daar nou mee te maken? Dat is niet iedereen duidelijk. Sommigen, onder wie professor Verbon in de krant van afgelopen donderdag, vergelijken de Grondwet met een grabbelton waarin iedereen wel iets van zijn gading vindt. Inderdaad is de Grondwet een onderhandelingsresultaat waarover vertegenwoordigers van de 25 lidstaten van de EU en de Europese Commissie het na lang vergaderen eens zijn geworden. Maar het is onjuist om daaraan de conclusie te verbinden dat de tekst ‘dus’ nergens over zou gaan. De bereidheid compromissen te sluiten heeft de Unie gebracht waar zij nu is. En dat is juist erg ver.
De Europese Grondwet regelt de machtsverhoudingen in de EU op zo’n manier dat alle lidstaten groot of klein, noord of zuid, oud of nieuw zich erin kunnen herkennen. Dat is geen teken van zwakte, maar van kracht. De Grondwet schetst geen einddoel in de vorm van een ‘federale superstaat’. Die zal er niet komen, want daarvoor bestaat onder de burgers van Europa eenvoudigweg geen steun.
De balans tussen nationale, gedeelde en Uniebevoegdheid maakt de EU uniek. Dat heeft niets te maken met niet kunnen kiezen tussen losse statenbond of superstaat. Het gaat erom vast te stellen welke zaken het best nationaal en welke het best Europees kunnen worden geregeld en vooral om het besef dat we de verdeling van vandaag niet voor eeuwig in beton moeten gieten door er één of ander predikaat aan te plakken.
Samenwerken in Europa is en blijft een combinatie van gedeelde en nationale soevereiniteit. De Grondwet legt helder vast welke beleidsterreinen tot de exclusieve bevoegdheid van de lidstaten behoren, welke tot die van EU en op welke beleidsterreinen de lidstaten en de EU gezamenlijk optrekken. Bovendien geeft de Grondwet onze nationale parlementen een actievere rol in het controleren van de Brusselse macht. De Grondwet stelt Nederland in staat sterker te worden en toch zichzelf te blijven.
Dat geldt óók voor onze sociale zekerheid. Weliswaar is sociaal beleid een gedeelde bevoegdheid van Unie en lidstaten, maar de Europese Grondwet voegt daar meteen aan toe dat dit uitsluitend geldt ‘voor de in deel III genoemde aspecten’. In dat deel staat vervolgens letterlijk dat een lidstaat alle besluitvorming mag blokkeren die ‘afbreuk doet aan fundamentele aspecten van zijn socialezekerheidsstelsel, met name het toepassingsgebied, de kosten en de financiële structuur ervan, of gevolgen zou hebben voor het financiële evenwicht van dat stelsel’ (artikel III-136). Anders dan Verbon beweert is de Grondwet glashelder: wij houden het laatste woord over onze sociale zekerheid.
Ook suggesties van Verbon als zou de Europese Grondwet onvermijdelijk moeten leiden tot verlaging van het minimumloon en misbruik van bijstandsuitkeringen door onderdanen van andere EU-lidstaten zijn onjuist. Inderdaad erkent artikel II-94 van de Grondwet het recht op sociale bijstand. Maar het betreft hier geen recht dat bijvoorbeeld door elke willekeurige Europeaan voor de rechter kan worden afgedwongen: de nationale wetgeving blijft geldig. De Europese Grondwet dwingt Nederland dus helemaal niet tot het verlagen van het minimumloon of het zomaar uitdelen van bijstandsuitkeringen.
Dat betekent niet dat er helemaal geen Europese regels zijn waaraan wij ons moeten houden. Binnen de EU zijn bijvoorbeeld afspraken gemaakt over de bescherming van werknemers. Daarmee wordt voorkomen dat lidstaten een concurrentievoordeel proberen te behalen door hun werknemers minder te beschermen. Regels over arbeidstijden, arbeidsomstandigheden en arbeidsmiddelen voorkomen dit soort sociale dumping en helpen Nederland zijn hoge beschermingsniveau in stand houden. Daarnaast zijn er regels die ervoor zorgen dat gepensioneerden, werknemers en studenten geen nadeel ondervinden als zij binnen de Unie van het ene land naar het andere gaan. Zo krijgen Europeanen meer mogelijkheden buiten hun eigen land te wonen, werken of studeren.
Op 1 juni aanstaande gaat het om de Europese Grondwet, niet om de mythes en halve waarheden daaromheen. De Europese Grondwet geeft meer mogelijkheden om sociale dumping te voorkomen en maakt besluitvorming gemakkelijker. Maar onveranderd blijft dat Nederland het laatste woord houdt over ons socialezekerheidsstelsel.