Een bezwaarschrift moet voldoen aan een aantal vereisten. Eén daarvan is dat het een motivering moet bevatten. Ontbreekt de motivering, dan zal de inspecteur uw bezwaarschrift inhoudelijk niet in behandeling nemen. Hij verklaart uw bezwaarschrift dan niet-ontvankelijk. Echter, in bijzondere omstandigheden kan een motivering van een bezwaarschrift achterwege blijven. Dat is het geval als de inspecteur al op andere wijze op de hoogte is van de inhoud van de bezwaren. Hij kan dan niet meer een bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaren wegens het ontbreken van een motivering. Doet hij dat wel, dan kan de rechter de niet-ontvankelijkverklaring vernietigen en de inspecteur veroordelen tot een proceskostenvergoeding. Een sprekend geval van het voorstaande kwam aan de orde in een procedure voor Rechtbank Breda, waarbij de rechtbank de inspecteur zelfs veroordeelde tot vergoeding van de werkelijk gemaakte proceskosten in zes samenhangende zaken wegens verwijtbaar handelen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Een bezwaarschrift moet voldoen aan een aantal vereisten. Eén daarvan is dat het een motivering moet bevatten. Ontbreekt de motivering, dan zal de inspecteur uw bezwaarschrift inhoudelijk niet in behandeling nemen. Hij verklaart uw bezwaarschrift dan niet-ontvankelijk. Echter, in bijzondere omstandigheden kan een motivering van een bezwaarschrift achterwege blijven. Dat is het geval als de inspecteur al op andere wijze op de hoogte is van de inhoud van de bezwaren. Hij kan dan niet meer een bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaren wegens het ontbreken van een motivering. Doet hij dat wel, dan kan de rechter de niet-ontvankelijkverklaring vernietigen en de inspecteur veroordelen tot een proceskostenvergoeding. Een sprekend voorbeeld hiervan kwam aan de orde in een procedure voor Rechtbank Breda, waarbij de rechtbank zes samenhangende zaken van een man gelijktijdig behandelde.
Deze man had diverse malen zowel vóór als na het opleggen van de aanslag inkomstenbelasting 2003 gesprekken gehad met medewerkers van de belastingdienst en had ook geprobeerd om tot een compromis te komen. Desondanks had de inspecteur het bezwaar van de man niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van een motivering. De rechtbank oordeelde dat dit onterecht was gebeurd, omdat het de inspecteur duidelijk moet zijn geweest wat de bezwaren van de man waren. Volgens de rechtbank was het bezwaarschrift daarom voldoende gemotiveerd.
Op de zitting voor de rechtbank gaf de inspecteur toe dat hij zich realiseerde dat op basis van rechtspraak van de Hoge Raad het bezwaarschrift alsnog ontvankelijk kon worden verklaard. De rechtbank concludeerde daaruit dat de inspecteur het verwijt kon worden gemaakt dat hij een uitspraak op bezwaar had gedaan waarvan hij op het moment van de uitspraak al wist dat deze niet kon standhouden. Nu de inspecteur verwijtbaar had gehandeld, was de rechtbank van oordeel dat de man in aanmerking kwam voor vergoeding van de werkelijk gemaakte proceskosten, voor zover deze kosten waren veroorzaakt door de niet-ontvankelijkverklaring.
De rechtbank stelde vast dat 25% van de totale gemaakte proceskosten van ruim € 24.320 (circa € 6.080) was toe te rekenen aan het deel van het bezwaar- en beroepschrift dat zag op de ontvankelijkheid van het bezwaarschrift. Het bezwaarschrift had betrekking op de zes samenhangende zaken. De rechtbank veroordeelde de inspecteur voor elke afzonderlijke procedure tot vergoeding van 1/6 deel van € 6.080 en haalde uit dat bedrag nog het griffierecht van € 39, omdat de man het griffierecht in de totale gemaakte proceskosten al had opgenomen.
Een inhoudelijke behandeling van de bezwaren door de rechtbank leverde de man echter geen resultaat op. De hoogte van de belastingaanslag bleef ongewijzigd.