In geschil is of terecht als maatman de arts-assistent is aanvaard, dan wel dat had moeten worden uitgegaan van een functie die voor betrokkene bereikbaar was na de voltooiing van zijn studie. De Raad beoordeelt dit in het kader van het leerstuk van de zogeheten “niet-gerealiseerde toekomstverwachting”.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Het leerstuk ziet op de situatie waarin met een redelijke mate van zekerheid ervan mag worden uitgegaan dat de betrokkene, als hij niet arbeidsongeschikt zou zijn geworden, een andere functie dan de beklede functie zou zijn gaan bekleden of een ander loon dan het genoten loon ten tijde van de uitval zou zijn gaan genieten. Indien een dergelijke, in voldoende mate vaststaande, functiewisseling, functiewijziging of loonsverhoging als gevolg van het intreden van de arbeidsongeschiktheid geen doorgang heeft gevonden, kan er in die gevallen aanleiding zijn om voor de bepaling van de maatgevende functie of het maatgevende loon ervan uit te gaan dat die functiewisseling, functiewijziging of loonsverhoging wel heeft plaatsgevonden.
In het voorliggende geval oordeelt de Raad dat er geen sprake was van een redelijke mate van zekerheid dat betrokkene huisarts zou zijn geworden. Wel is aannemelijk dat betrokkene in een functie op zijn niveau werkzaam zou zijn geweest, maar er is geen redelijke mate van zekerheid dat met die werkzaamheden een hoger inkomen zou zijn verdiend dan het maatgevende inkomen van arts-assistent.
Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, LJ-Nummer: AS6426, Zaaknr: 02/3064 AAW/WAO